Wij zijn een leesclub van oud-medewerkers van Boekhandel Kooyker in Leiden, en bespreken sinds 2003 in wisselende samenstelling nieuwe en oudere boeken.

zondag 22 november 2009

De volgende keer: Tellkamp


Op 11 januari komen we weer bijeen en dan hebben we het over De Toren van Uwe Tellkamp.

Recensies:



donderdag 19 november 2009

November 2009: vreselijk gelukkig

Het omslag deed een beetje aan Gerbrand Bakker denken, daar had de uitgever duidelijk over nagedacht. Ook recensies trokken wel hier en daar een parallel, maar daar dacht de leesclub anders over. Stilistisch vinden we Bakker beter, het plattelandsbestaan komt beter uit de verf. We worden bij Vreselijk gelukkig minder meegezogen in het alledaagse bestaan van het dorp.

We hadden zelf ook aan Paasilinna gedacht als vergelijkingsmateriaal, hoopten op een Zelfmoordclub-achtig boek. In vergelijking met Jepsen is Paasilinna echter grappiger. Paasilinna is bijna op Monty Python-wijze grappig en houdt dat ook lang vast. Dat lukt Jepsen nog niet. Hij is af en toe leuk.
De vergelijkingstour passeerde ook nog de gebroeders Coen, Alex van Warmerdam, de film Bienvenue chez les Ch'tis. Maar al deze voorbeelden werden geslaagder gevonden dan Vreselijk gelukkig. Vooral omdat er op die plaatsen een beter beeld werd gegeven van het alledaagse, met een beter geslaagde ironische blik.


Sander, als enige man in het gezelschap deze avond, was wel enthousiast. Met zijn cijfer (een 7) erbij, kwam het gemiddelde cijfer zo rond de 6- te liggen. Waar lag dat gebrek aan enthousiasme dan aan? Was het te veel een mannenboek? Waarom leverde dit boek geen felle discussie op maar eerder een vergelijking met beter geslaagde voorbeelden?


Leuk vonden we de passage waarin de ene na de andere vermiste persoon uit het moeras werd gevist, en ook het toto-spel, de avondjes bij de dominee. Het gegeven hoe een situatie in stand wordt gehouden door elkaars geheimen te bewaren, is interessant. Het omslag is prachtig.


Maar... het blijft je niet bij. Tijdens het lezen heeft een deel van de leesclub zich best vermaakt, maar als het boek eenmaal uit is, is het lastig weer terug te halen. Dindy vond het begin heel grappig, maar vond dat Jepsen bleef hangen in meer van hetzelfde. Dat maakte het uiteindelijk een beetje truttig. Marianne had meer een beeld verwacht van hoe die kleine gemeenschap in dat dorp in elkaar zat. Dineke moest doorzetten om het uit te krijgen. We deelden de gedachte dat het thema "stedeling trekt naar platteland en moet daar wennen aan de lokale gebruiken" niet op een verrassende manier gebruikt werd. Marieke heeft een beetje moeite met hoofdpersonen die zich op zo'n manier in de nesten werken.



Voor de volgende keer hebben we behoefte aan een boek dat wat beter in het geheugen blijft hangen, en waar wat meer inhoudelijke discussie over mogelijk is. De discussie over een titel wordt nog gevoerd!




woensdag 30 september 2009

September 2009 Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor mintwaalfjarigen won



Een boek dit keer waar heel wat over te melden was. Een boek met prachtige zinnen en moeilijke vragen.


Ada mocht het spits afbijten, en zij had van dit boek genoten. Zij vond Ivo een stoere bink met een heel klein hartje, met taalgebruik dat toch een beetje deed denken aan Dimitri Verhulst. Ook Ada’s zoon, die het liefst sportboeken leest, vindt het leuk.

Dineke raakt in hoge mate gedeprimeerd van Vlaamse dorpen, en zag dat in dit boek terug, hij heeft die sfeer prachtig neergezet. Wel werd ze een beetje kriegel van het Vlaams en vond ze dat Ivo als kind wel erg volwassen overpeinzingen had.

Daar ging de discussie even op verder: is het een probleem dat die overpeinzingen zo volwassen zijn? Het vertelperspectief (achteraf) helpt daar wel aan mee, dat maakt die volwassen redeneringen wel waarschijnlijk. Sander, Rutger en Arno waren het er over eens dat het zo over the top is, dat je het ook weer begrijpt. Je raakt niet in de verleiding om te denken dat dat kleine jongetje werkelijk zo volwassen redeneert. Daaraan voegt Sander later nog toe dat hij het jongetje eigenlijk iets extra’s meegeeft juist omdat hij er naar kijkt nu hij ouder is.

Rutger heeft erg gelachen om de passages over de Simple Minds, over de totaal foute haarlok van Jim Kerr en de voorspelling dat U2 van voorbijgaande aard zou zijn. Dat soort opmerkingen in retrospectief te plaatsen (terwijl je nu weet dat het niet uitkomt) toont iets van de kracht van Victoria.

Arno zet vervolgens aan tot de rest van de discussie: hij vond het een mooi boek, maar ook moeilijk. Een tweede keer lezen loste dat niet op. Eigenlijk staat het boek vol met prachtige kleine schilderijtjes die niet verder met elkaar verbonden worden. Daar zijn we het over eens, want ieder van ons kan glimlachend bepaalde passages naar voren halen. Ach ja, de hartverwarmende onverschilligheid van de caissieres bij de Jawa. De overleden vader op het antwoordapparaat. Iedereen bladert met een glimlach op het gezicht nog even door het boek. Maar toch hebben we ook allemaal het gevoel dat we van alles gemist hebben. Is dat omdat wij te snel lezen, of omdat de schrijver te veel wil?

Het is ook een debuut, en je ziet er aan af dat deze schrijver heel veel potentie heeft, maar dat hij misschien wel te veel wil in te weinig pagina’s. Delen van het boek zijn heel erg sterk, maar dat houdt hij niet vast. In deel 2 van het boek raakten we allemaal de draad kwijt. We lazen een paar pagina’s, en bladerden dan weer terug: hadden we het wel begrepen?

Tot slot brengt Rutger ons nog allemaal in de war: bestaat Dries eigenlijk wel? Op pagina 156 is het net alsof hij een soort imaginair vriendje is? En hoe zit het dan met verslaggever Carl die zo bewust in de camera knipoogt, alsof hij wil zeggen “ Het is allemaal maar een grap?” Wat is er echt en wat niet?

vrijdag 4 september 2009

Augustus 2009: Caesarion

Tja. Hoe zal ik de meningen over Caesarion eens samenvatten. De reacties waren niet mals.
De meest gehoorde termen waren aanstellerig, verwaand, kijk-mij-nou-eens-een-boek-schrijven.

We vonden het teveel een constructie en te weinig een verhaal: Wieringa blijft elementen op elkaar stapelen, maar er komt geen verhaal. Passerende personages dienen voornamelijk als kapstok om het verhaal aan op te hangen, en verdwijnen daarna in het niets. Net als dat huis, eigenlijk.

Het verhaal wekt erg de indruk dat Wieringa er van alles in heeft geprobeerd te stoppen, geslaagde en minder geslaagde verwijzingen. Naar de wereld van de film, naar de klassieke oudheid, tot myxomatose aan toe. Laat die plastische voorbeelden zoals het rugby en de philometor maar weg, laat dat soort dingen maar uit het verhaal zelf blijven.

Interessant aan dit boek is wel dat het commercieel erg aantrekkelijk is. Joe Speedboot verkocht heel goed, en ook dit loopt prima. Maar ja, we zouden het niet direct aanraden.

De discussie was dan ook snel voorbij. Op naar het volgende boek.

zondag 26 juli 2009

De volgende keer: Tommy Wieringa

Voor de volgende keer, 24 augustus, staat Caesarion van Tommy Wieringa op het programma. Het was opmerkelijk dat haast nog niemand van de leesclub het gelezen had, en dat we het erover eens waren dat dat zo zou blijven als we het niet voor de leesclub zouden gaan lezen.

Ik ben benieuwd!

Recensie Parool
Recensie NRC
Recensie Trouw
Recensie de Volkskrant
Website van Tommy Wieringa

maandag 20 juli 2009

Juli 2009: Juni

Zou Juni het magnum opus van Gerbrand Bakker zijn? Het is een boek dat hij al lang wilde schrijven en dat heel dicht bij hem staat. Of vonden we Boven is het stil toch beter? En wat als we eerst Juni hadden gelezen en daarna pas Boven is het stil? En wat voegen de puzzelstukjes toe waarin het verhaal onthuld wordt?

Dit waren de meest prangende vragen die naar boven kwamen tijdens de bespreking van Juni. Iedereen waardeerde het sobere taalgebruik, veel zeggen met weinig woorden, en herkende de sfeer uit Boven is het stil. Om dit boek was wel meer gelachen.

Door de parallellen met Boven is het stil had het iets herkenbaars, maar het deed ons ook afvragen of een volgend boek weer meer van dit wordt. De passages over koningin Juliana doen vermoeden dat Bakker ook andere stijlregisters beheerst. En daar waren we erg benieuwd naar.

De leesclubleden met Noord-Hollandse roots herkenden het nurkse van de hoofdpersonen. Sander vond het soms een beetje lang duren, vond dat er wel iets meer actie nodig was. Hij voegde nog toe dat Bakker heel goed personages naar elkaar kan laten kijken. De hoofdpersonen worden meer gekleurd vanuit het gezichtspunt van een ander dan als ze zelf aan het woord zijn. Sander en Marieke raakten af en toe het overzicht kwijt welke broer ook al weer welke rol had. Dineke vond de sfeer in het boek broeierig en vond Juliana erg grappig. Rutger was er nog niet helemaal uit. Dindy was bang dat het verhaal erg gekunsteld zou worden toen ze de puzzelstukjes structuur zag, maar tot haar verrassing was dat toch niet zo. Arno waardeerde het beslotene van dit kleine wereldje, het verhaal is minder wijdlopig dan Boven is het stil.


Eigenlijk was iedereen enthousiast. Een antwoord op de vraag of dit nu zijn magnum opus is konden we nog niet vinden. Het is een liefdevolle beschrijving van zijn oorsprong, vermengd met een autobiografische gebeurtenis. Maar in hoeverre is het echt anders dan Boven is het stil? Zijn ze allebei even goed, of heeft de volgorde waarin je ze leest invloed op je mening?


En hoe kan het nou dat dit boek niet goed gerecenseerd is? Wij vonden het allemaal prachtig, en konden ons niet vinden in de kritiek. Het risico van dit boek leek ons dat je het heel zorgvuldig moet lezen om de kleur van het boek op te pakken. De omgeving, het geluid, de temperatuur, het heeft allemaal een grote invloed op hoe de mensen zijn en dus op het boek. En als je er te snel doorheen leest, dreig je dat te missen.


dinsdag 2 juni 2009

Mei 2009: J.Kessels: the novel

Vooraf tijdens het eten werd er al een planning gemaakt: hoe veel minuten zou de bespreking van het boek van Thomése duren? Zouden we er heel snel over uitgepraat zijn, of zouden de meningen erg verschillen?


Het werden toch nog 43 minuten. De gedeelde mening was dat het een erg vermakelijk boek is, dat alleen niet erg beklijft. Het eerste stuk is erg leuk, maar na een tijdje gaat het vervelen.


Er zitten prachtige scènes in het boek, zoals het hoerenvak bij Skt Pauli en het stinkende lijk in de kofferbak. Soms is het allemaal een beetje Draadstaal-achtig.


Als knipoog naar het genre van de Roadnovel is het aardig, hoewel dat het niet zo veel diepgang brengt dat je het boek nog eens gaat lezen. Het heeft iets heel Hollands, en dat draagt bij aan het knullige gehalte van de hele toestand, zeker in combinatie met de fancy titel van het boek.


Machteld en Rutger moesten aan de film Fargo denken, waar ook een lijk op een wat aparte manier wordt weggemoffeld. Rebecca dacht aan het Grote baggerboek van Ilja Pfeiffer, hoewel ze dat wel beter vond. En Sander stelde de vraag wat de overeenkomsten waren met het werk van Herman Brusselmans.

vrijdag 8 mei 2009

Mei: J. Kessels: The novel

De volgende keer (18 mei bij Rutger) lezen we J. Kessels: The novel van P.F. Thomése.

Meer info vind je hier:
Website van het boek
Recensie Parool
NRC next
Vrij Nederland

maandag 30 maart 2009

Maart 2009: De eenzaamheid van de priemgetallen


Een prijswinnaar wederom, dit boek is in Italië bekroond met de Premio Strega, een belangrijke literaire prijs in Italië, vertelt Dineke.


De zakelijke vertelstijl is bij de meeste lezers erg in de smaak gevallen. Niet alles wordt uitgelegd, sommige scènes houden ineens op en dan is het aan de lezer om dat verder aan te vullen. Het leest als een trein, je houdt gemakkelijk je aandacht erbij.

De personages zijn een beetje vreemd, ook niet echt sympathiek. (Hoewel we Matti sympathieker vinden dan Alicia.) Gek genoeg kun je je wel voorstellen waarom ze doen wat ze doen, terwijl ze tegelijkertijd heel ver van je af staan. Een bijzonder verhaal over twee mensen die elkaar vinden in ongelukkigheid.


Sander dacht aan de bekende schildering uit de Sixtijnse Kapel waarbij twee vingers elkaar bijna raken, Sander vindt dat het boek prachtig symboliseren.

Dindy vindt het knap dat de emotie niet bewust gezocht wordt in het boek, maar dat het toch zo schrijnend is. Rutger vond de sociale onhandigheid van met name Matti soms een beetje gemaakt, Rutger begreep Mattis beslissingen niet altijd.

Dineke is erg geboeid door de vraag wat nu maakte dat je er zo geboeid in doorleest. Daarnaast vond zij het boek erg Italiaans, met name Alicia zag ze zo voor zich.

Ada heeft met name meegenomen dat Alicia en Matti er niet in slagen echt dicht bij elkaar te komen, niet in staat zijn tot een relatie. Ook vond ze het mooi dat je met ze mee groeit, met de twee hoofdpersonen stappen door hun leven zet. Marieke vond het weliswaar heel mooi, maar werd er ook heel treurig van. En ze had moeite om niet steeds aan één van haar studenten te denken bij het personage Matti.


Toch is niet iedereen enthousiast. Marianne vond het erg gezocht, moest erg aan American Beauty denken. Ze vond de personages erg gemaakt, en had geen moment het gevoel dat het boek haar echt pakte. De metafoor van de priemgetallen vindt ze niet nieuw. En soms was ze toch wel erg benieuwd naar de niet ingevulde dingen, zoals bijvoorbeeld de reactie van de ouders van Matti op de verdwijning van zijn zusje.

Ook Noor had wat moeite met het boek, heeft het schrijnende van de situatie niet gevoeld en vond ook dat het niet zo lekker doorlas. Noor en Marianne deelden het gevoel dat het erg Amerikaans was, bijna 90210-achtig.


We zijn met zijn allen benieuwd naar meer werk van deze schrijver. In een interview heeft Giordano gezegd dat zijn leven erg veranderd is door het succes van deze roman. Hij was eerst een literaire no-no en is nu geletterd ‘geworden’, bijvoorbeeld doordat hij gevraagd wordt om recensies te schrijven. Giordano noemt het boek Elementaire deeltjes van Houellebecq zijn inspiratie. Sander en Rutger herkennen dat beeld, buiten het ‘kale’ taalgebruik niet echt.


Eigenlijk vinden we het allemaal lastig om het boek in een rijtje met andere boeken te plaatsen, we kunnen niet direct vergelijkbare romans verzinnen. Hoogstens romans die net zo zuinig zijn met hun details.

Wel vinden we het een aanrader. Je kunt het veel mensen, van verschillende leeftijden, aanraden.


En als je nog twijfelt: deze boekhandel heeft een niet-goed-geld-terug actie!

En dan nog wat tips:

Daniel Kehlmann – Roem

Karel Capek – Een doodgewoon leven

Anke Schere – De mooiste dagen zijn het ergst

dinsdag 3 maart 2009

Volgende keer: Giordano

De volgende keer (23 maart) bespreken we bij Noor De eenzaamheid van de priemgetallen van Paolo Giordano.

Recensies vind je bijvoorbeeld hier:
Volkskrant
Parool
Trouw

En ook nog een filmpje! Dank aan Sander voor de tip.

woensdag 11 februari 2009

Februari 2009: De Welwillenden

Gemiddeld waren we gekomen tot pagina 454 van De Welwillenden. Iedereen was het er over eens dat het een heftig en indrukwekkend boek was, maar alleen degenen die tot voorbij Stalingrad waren gekomen, hadden het uit. Van de acht (!) aanwezigen hadden drie het helemaal uit, en drie anderen zijn van plan het alsnog uit te gaan lezen.

We concludeerden dat Stalingrad ook in perspectief van het lezen van dit boek een keerpunt moest zijn. Tot aan Stalingrad is alles heftig in het boek, en heb je steeds na een aantal pagina’s de behoefte het boek even terzijde te leggen.
Na Stalingrad, als Aue ook niet meer zelf aan het front zit verandert dat. Mede door het optreden van de Jansen en Janssenachtige politiemannen Clemens en Weber en andere komieke gebeurtenissen verluchtigt het iets. Iets, want de thematiek blijft heftig.

Rebecca vond het boek fascinerend en erg goed. Haar geschiedeniscollega’s bevestigden dat het tot in de details klopt. Lastig vond Rebecca wel de vraag wat Jonathan Littell nu precies wil met dit boek: als hij het in de literatuur onderbelichte daderperspectief wil brengen is dat tot Stalingrad overtuigend maar daarna niet meer. Dan leiden de moedermoord en de zus af van de beul. Misschien wil Littell wel te veel. Aan de andere kant maken juist die passages het boek tot een roman in plaats van literaire non-fictie.

Dindy voegt toe dat het boek misschien wel nog indrukwekkender was geweest als Aue niet zo’n getroebleerd verleden had, als voorbeeld hoe iemand zo kan worden onder invloed van de propaganda van een totalitair systeem. Dindy vond het indrukwekkend hoe Littell in één zin soms iets heel akeligs en iets heel persoonlijks kan zeggen.
Marieke noemde de akelig praktische overwegingen waar Aue mee te maken krijgt: wat maakt een jood tot een jood, en wie doodden ze wel en niet wie? En aan de andere kant het leven van de soldaten met museumbezoek, een wijntje en een restaurant. Het zijn die heel praktische dingen die het allemaal nog doordringender maken.


Marianne, Ada, Noor, Dindy en Dineke hebben erg met het boek geworsteld, het steeds weer weggelegd. Omdat het zo persoonlijk is. Omdat het zo akelig is. En zo zakelijk, als een economisch bedrijf. Na de inleiding waren Dindy en Marianne bijzonder onder de indruk, maar dat vervloog verderop. Goed was de inleiding juist omdat Aue je de vraag stelt hoe je zelf in dergelijke omstandigheden zou hebben gehandeld.


Rutger vond het indrukwekkend dat dit zo heftig was, terwijl er al zo veel over deze periode is geschreven.

Iedereen had moeite met de lange uitweidingen over wat meer terzijde staande onderwerpen zoals de Kaukasische talen. Dineke vond het dan wel erg een omgevallen boekenkast.


Het is een boek waar heel veel over te zeggen is, meer dan in een samenvatting van de discussie op dit weblog past.

Desalniettemin, wie nog iets wil toevoegen is daartoe zeer welkom.

Marianne belooft dat ze het boek op de volgende bijeenkomst uit zal hebben.


De volgende keer iets heel anders: De eenzaamheid van Priemgetallen van P. Giordano.