Noor, Dindy en Marianne vonden het maar niks. Marianne is een beetje klaar met van die zwaarmoedige pubers (ook na de Priemgetallen), en vond het plat. Dindy begon enthousiast aan dit boek, maar het viel al snel erg tegen. Zij stoorde zich aan de vele clichés en aan de schrijfstijl. En ook Noor kon het niet boeien. Clichés, foute stijl, raakte niet. Alledrie werden zij in het geheel niet geraakt door dit boek.
Dineke en Machteld waren gedeeltelijk geboeid. Ze vonden het bepaald geen meesterwerk, maar waren toch met name geboeid door het verhaal van de vrouw met dementerende man.
Sander, Rutger en Marieke waren door het boek getroffen. Het interessantste deel van de discussie van deze avond was dan ook om er achter te komen waar deze verschillen vandaan kwamen. Was het de stijl, de verhaallijnen, wat maakte dat er drie mensen wel geraakt werden en de rest niet? Sander vond dat de kracht van dit boek zit in het gebruik van clichés, daarmee toont Pulkkinen de grenzen aan. Daarnaast vond hij de opbouw sterk. Voor Rutger was het moment dat de moeder van Mari besluit de relatie van Mari met haar leraar niet aan de grote klok te hangen indrukwekkend. Marieke las het boek in een ruk uit en was onder de indruk van de beschrijvingen van de personages: je vindt ze eigenlijk niet aardig, maar wilt wel weten hoe het met ze gaat.
We besluiten dat het boek een kantelpunt heeft: als je daar overheen geraakt, vind je het stom. Blijf je vlak voor dat kantelpunt hangen, dan vind je het prachtig.
Resteert nog de reden dat we voor dit boek kozen: de vergelijking met De eenzaamheid van de priemgetallen. Behalve de zwaarmoedige pubers weten we echter niet veel raakvlakken te vinden. Een aantal van ons vindt de Grens beter, een aantal de Priemgetallen. En die twee groepen komen, geen verrassing, min of meer overeen met de voor- of afkeur voor De Grens.
Leestips:
- Wie houdt dan stand van Andrea Bajani (in mn aantekeningen staat een blauw boek met een open einde van Bajani, en Google biedt me dit...)