Wij zijn een leesclub van oud-medewerkers van Boekhandel Kooyker in Leiden, en bespreken sinds 2003 in wisselende samenstelling nieuwe en oudere boeken.

donderdag 1 november 2012

Oktober 2012: Het geschenk


We brachten een nieuw genre in kaart, met de bespreking van Het geschenk. Er vielen woorden als outcast, buitenstaander, sneue adolescent, maar het mooist was de beschrijving die 8weekly gaf: het traditionele lapzwansige escapisme van een verweesde adolescent. Iedereen was enthousiast over het boek, ook al had niet iedereen het uit. We hebben hardop zitten lachen bij de passages met moeder in de tram en de pornobioscoop. Het las lekker, sommige zinnen waren heel mooi. Het deed af en toe denken aan De avonden, en aan de films van Alex van Warmerdam, vooral de scene in Musselkanaal.

Wel rees de vraag of er hier sprake was van ruimte om zelf gebeurtenissen in te vullen of botweg gaten in de plot. Want hoe zat het nou met die twee jongens die zo op elkaar leken? Kwam dat uitsluitend uit de fantasie van de hoofdpersoon, en waarom dan zo? En waarom waren opa en oma uit elkaar gegaan, en waarom waren opa en vader gebrouilleerd geraakt? Dienen deze hiaten om duidelijk te maken dat het verzinsels zijn, of mist er echt iets? 
 
Er waren genoeg vragen te stellen en dat droeg bij aan de discussie deze avond. Waarom zat het boek zo in elkaar? Waren de passages uit het perspectief van opa een welkom intermezzo, of verstoorden zij de voortgang van het boek? Is het einde een teleurstelling omdat het niet alle antwoorden geeft of is dat juist fijn?
 
Soms leverde een klein zinnetje heel veel informatie op. Bijvoorbeeld over de tijd waarin het speelt. Aanvankelijk kun je daar niet veel over opmaken: het kunnen de jaren '50 zijn omdat je zo aan De avonden denkt, maar het kan ook nu zijn. Totdat de hoofdpersoon een kwartje in een telefooncel doet.
 
We vroegen ons af hoe dit boek zich verhoudt tot het eerdere werk van Snijder. Aan de korte omschrijvingen te zien, varieert hij op het thema lapszwanserige adolescent op Bickerseiland. Of is dat niet zo?

En na de categorie Memorabele openingszinnen ('ik heb mijn vader naar boven gedaan.') openen we nu de categorie loze slotzinnen. Zoek hem maar op.

dinsdag 2 oktober 2012

September 2012: Murat Isik - Verloren grond

Hoe de discussie over een boek op en neer kan gaan zagen we bij de bepreking van Isik. Degenen die met lage verwachtingen waren begonnen met lezen, waren blij verrast en openden de discussie. Een mooie cultuurgeschiedenis, soms heel plastisch, vaak grappig en meeslepend. Soms balanceert het boek op het randje van sentimentaliteit. De auteur kan goed schrijven, levert een product af dat past in de traditie van De vliegeraar van Hosseini, maar dan beter geschreven. Het is ook een kennismaking met een onbekende wereld. We hebben de indruk dat we een goed beeld krijgen van de cultuur en raken betoverd door de verhalenverteller.

De vader, verhalenverteller, in het verhaal raakte ook de harten van de leesclub, van grote irritatie (wat een sukkel) tot medelijden of zelfs lichte vertedering (charmante naïviteit).

De grimmige sfeer, de ruzie op het veld en de dreiging van brandstichting hebben indruk gemaakt. Die passages waren erg spannend, zo spannend dat het boek af en toe werd weggelegd. Om die spanning, maar ook om de overdosis ellende.

Aan de andere kant waren er lezers die het over het randje van de sentimentaliteit vonden vallen. Best een vermakelijk geschreven boek, maar wel een boek dat je vergeet.
De schrijver pikt veel op, wijst veel vooruit, zegt 'het zou een misrekening met fatale gevolgen zijn' . Dat wekte zo nu en dan wrevel.

Het is zeker een boek dat je gericht kunt adviseren, en het is bijzonder dat een debuut zulke oplages haalt. We zijn benieuwd naar verder werk van deze auteur: weet hij deze thematiek los te laten en de potentie die wij zien te tonen? Degenen die dit boek aangekondigd hadden gezien waren blij verrast, kan hij dat nog een keer?

We zijn het er over eens dat dit wel het soort gesprekken is waarom we in een leesclub zitten: vrijwel niemand had dit boek gelezen als het hier niet op de rol had gestaan.

maandag 4 juni 2012

Mei 2012: drie romans

Een omnibusavond dit keer, met drie totaal verschillende romans op het programma. Toch waren we het vaak opvallend eens. Dat gold zeker voor de mensen die Mijn meneer van Ted van Lieshout gelezen hadden. Een zwaar en beladen onderwerp, zowel voor de schrijver als de lezer. Maar de complimenten vlogen over tafel: zeer aangrijpend, vonden we, integer, respectvol, confronterend. Het lezen van dit boek laat zich vergelijken met het zien van een auto-ongeluk: je weet wat er gaat gebeuren, en toch wend je je niet af. Met een razende vaart leidt Van Lieshout je de wereld van de 9-jarige Ted binnen. Terwijl de band tussen Ted en zijn meneer steeds sterker wordt, wordt je als lezer voortdurend geconfronteerd met een dilemma. Je leeft mee met de jongen die opbloeit onder de vleugels van meneer Timmermans, maar als je een stapje terug doet maakt de sympathie plaats voor afschuw en verbijstering over wat er eigenlijk gaande is. Van Lieshout slingert zijn lezers voortdurend heen en weer tussen wat ze vinden en wat ze zouden moeten vinden. Dat zijn boek daarnaast ook nog eens grappig is en vlot leest, maakt de prestatie nog indrukwekkender.



Met Mijn meneer probeert Van Lieshout vanuit zijn eigen beleving een nuance aan te brengen in het debat over pedofilie. Die bedoeling manifesteert zich niet alleen in het verhaal (Timmermans is een jonge, knappe man en Ted is onschuldig maar niet naïef), maar ook in het nawoord. Hierover verschilden we wel van mening: vergoeilijkt de schrijver niet erg wat hem is overkomen? Of maakt hij duidelijk dat zijn huidige opvattingen rechtstreeks het gevolg zijn van iets dat hem gevormd heeft? Hoe het ook zij, voor wie niet bang is om de morele confrontatie aan te gaan, is Mijn meneer een aanrader.

Over Jan van Mersbergens ‘Naar de overkant van de nacht’ waren we een stuk minder positief; sommigen hadden het boek ook niet uitgelezen. De buzz die er rond dit boek heerste, was volgens ons dan ook deels onterecht. Een trip die nergens toe leidt, meende Rutger. Treurig, vermoeiend, onsamenhangend, werd gezegd. We waarderen de aparte vorm die Van Mersbergen voor zijn vertelling heeft gekozen (het deed Dindy denken aan stream-of-consciousnesstechnieken van begin vorige eeuw), maar het kon niet echt overtuigen. Dat gold ook voor de magere grappen. Bovendien bleek niemand een overtuigde carnavalsvierder, waardoor ook het thema niet echt aansprak. En dat terwijl dat toch een unique selling point van het boek is, de eerste roman die zich tijdens carnaval afspeelt. Al met al een ongelukkige keuze. En dat is jammer, want Van Mersbergens andere romans zijn zeker de moeite waard, stelden Arno en Sander.

Otto de Kat konden we nergens op een fout betrappen in ‘Bericht uit Berlijn’. En daarmee is ook meteen een belangrijk pluspunt van het boek genoemd: het zit op alle niveaus heel degelijk in elkaar. Ook is het knap dat De Kat de Tweede Wereldoorlog tot wat menselijker proporties weet terug te brengen door een dergelijk klein verhaal te vertellen en dit mooi af te ronden. Ada en Rutger zouden het klanten daarom zeker aanraden. Noor was zeer enthousiast, vooral over het mooie taalgebruik. Anderen konden het technische aspect zeker waarderen, maar ervaarden het ook als kil en afstandelijk. De personages staan allemaal aan de goede kant, worden niet uitvoerig uitgewerkt en maken ook niet veel ontwikkeling door. Daardoor wordt het boek schematisch, en zelfs een beetje te clean. Conclusie: we hebben met plezier gelezen, maar daarna weinig ervan onthouden. En dat zou misschien niet moeten mogen.

woensdag 14 maart 2012

Maart 2012: Het huwelijk

Tot welke hoogte is namedropping interessant en functioneel? En wat zijn de voorwaarden om het goed te doen? De discussie over Het huwelijk cirkelde rond die kwestie. 
Als je alle verwijzingen herkent, alle genoemde auteurs zelf ook kent, voegt dat dan iets toe aan het verhaal? Maakt dat het beter, en, omgekeerd, doet dat iets af aan de leeservaring van degene die het niet herkent? Of kun je rustig aan die verwijzingen voorbijgaan zonder dat je de essentie van het boek uit het oog verliest? 
Het intellectuele spel met deze manier van namedropping was voor een aantal van ons herkenbaar uit de studententijd (maar ook nog wel uit het heden). Niet iedereen had daar even goede herinneringen aan, maar het was wel knap hoe Eugenides in het boek die sfeer opriep. 
Een belangrijke voorwaarde is wel dat alle gegeven informatie klopt. Machteld had de indruk dat dat bij de literaire en filosofische verwijzingen wel het geval was. Maar de verschijning van een band Motordeath in een rijtje met bands uit die tijd (Nazareth, Black Sabbath, Judas Priest) wekt argwaan. Een zoektocht op Google zonder resultaat doet toch vermoeden dat hier Motorhead wordt bedoeld. En ook de manier waarop Leonard met preparaten omgaat in het lab is niet helemaal correct. Heeft dat gevolgen voor de betrouwbaarheid van de overige verwijzingen? 
De titel vonden we slecht vertaald. The marriage plot dekt veel beter de lading, ook al wordt die titel aan het einde van het boek wel iets te opzichtig geduid. Maar ja, hoe vertaal je dat in correct en aansprekend Nederlands? De huwelijksroman? Huwelijksplot? 
Al met al hielden we een positief gevoel aan dit boek over. De manische depressiviteit van Leonard was goed beschreven, en het was gemakkelijk om mee te voelen met Madeleine. Zij wilde aan veel standaarden voldoen, maar ook weer niet, en zag niet altijd de gevolgen van dingen, bijvoorbeeld van de ernst van Leonards toestand. 
Frappant vonden we het dat het ook bij dit boek meteen duidelijk was dat het in Amerika speelde. Het gaf een heel Amerikaans gevoel, net zoals bijvoorbeeld Franzen. Maar wat maakt het zo Amerikaans? Daar denken we nog even over na.