Wij zijn een leesclub van oud-medewerkers van Boekhandel Kooyker in Leiden, en bespreken sinds 2003 in wisselende samenstelling nieuwe en oudere boeken.

dinsdag 18 november 2008

November 2008: De kleine miezerige god


De goede flow in aantallen meelezers bleef gehandhaafd: we waren met zijn zessen. Leuk dat jullie er allemaal waren!

De kleine miezerige god bleek een leuk gespreksonderwerp omdat de meningen erg verschilden. Had de één moeite met de titel maar viel het boek erg in de smaak, daar had de andere al een lichte aversie tegen deze uitgeverij en viel het boek helemaal niet mee.

Ada was niet aanwezig maar had telefonisch aan Marianne laten weten dat zij het een indrukwekkend boek vond. Zij vroeg zich eerst af waar het toe zou leiden, maar naar het einde toe werd het zelfs ontroerend. Het boek is heel filmisch geschreven, en de laatste paar pagina’s zijn erg indrukwekkend.
Ook Rutger vond het een goed boek. Hij zag het allemaal voor zich, en vond een aantal scènes zelfs ronduit hilarisch. Mooi dat het zo beeldend geschreven is. Tijdens de eerste helft van het boek was Rutger nog niet vreselijk enthousiast, maar het werd steeds beter.

Dindy daarentegen vond het helemaal niets. Al op pagina 50 strandde zij, nadat zij tot drie maal toe boven het boek in slaap gevallen was. En dat was haar nog nooit eerder overkomen, zeker niet als ze op klaarlichte dag, zittend in een stoel een boek zat te lezen. Dindy vond het vooral veel geneuzel, onvolwassen en bovendien dodelijk saai. Het over-analytische in het boek kon Dindy niet boeien. Noor sluit zich bij Dindy aan, ook zij kon niet veel met dit boek. Het leest gemakkelijk maar ook Noor vond het geneuzel: waar gaat dit heen? Wat moet ik ermee? Noor dacht terug aan Heart of darkness, dat was veel moeilijker te lezen, maar het verhaal boeide veel meer.

Marianne vond het boek geweldig. Zij las dat Esther Gerritsen ook veel voor toneel schrijft, en kon zich dat op basis van dit boek goed voorstellen. Het gegeven van een neurotisch type dat geen greep op haar leven krijgt, vond ze indrukwekkend, net als de beschrijvingen van baby Bertje. Het doet je beseffen dat er echt mensen zijn die zo eenzaam zijn. Ook de typering van mevrouw Jovkov, die eigenlijk gewoon mevrouw Rutjes uit Zaanstad is, vond zij erg sterk. En dan die perfecte dochter Ietje!
Het enige minpunt vond Marianne de flash-forwards over de zwangerschap die rond pagina 125 tevoorschijn komen, dat is zonde, dat wil je gaandeweg ontdekken.

Dineke vond het moeilijk lezen, omdat zij steeds probeerde de gedachtekronkels van Dominique te begrijpen. Zij was na afloop in verwarring, zij vindt Dominique een hysterica, vreselijk irritant. De vraag naar wie die kleine miezerige god nu was, bleef in haar hoofd zitten. Is dat iemand buiten jezelf op wie je de schuld kunt afschuiven als je zelf ontevreden bent? Is het iets dat haar stuurt? Komt het toch van binnen?

Ook Marieke vond het lastig lezen omdat ze te veel de kronkels probeerde te volgen. Zij vond het wel een heel goed boek, het blijft je wel bij. Marieke realiseerde zich dat zij de neiging heeft het omslag in haar interpretatie mee te nemen, en had dus die kleine miezerige god in verband gebracht met het konijn op het omslag. Over de vraag of dat logisch was of een beetje onnozel, bedachten we geen antwoord.

En dan nu nog de lees- en kijktips die dit keer de revue passeerden:

Boeken:
- Erwin Mortier, Godenslaap
- De witte tijger, Adiga (winnaar Booker prize 2008)
- De welwillenden, Jonathan Littell
- De nazi en de kapper, Hilsenrath
- De mannen die vrouwen haten, Larsson (thriller)

Films:
- Aanrijding in Moskou
- Burn after reading
- Il y a longtemps que je t’aime
- Into the wild

vrijdag 24 oktober 2008

Oktober 2008: Hart der duisternis

De aantallen meelezers namen exponentieel toe deze keer: we waren met zijn zessen. Dindy mocht als eerste het woord nemen. Zij las een vertaling uit 1924 met een hoop oo’s en sch, maar dat droeg bij aan de sfeer van het boek. Dindy vond het een mooi en spannend boek, weliswaar traag maar verteld als een avonturenroman. In de editie die zij las, zaten nog twee andere verhalen. Het verhaal ‘ jeugd’ ging vooraf aan Hart der duisternis en dat vond zij eigenlijk mooier. Het contrast tussen die twee verhalen was heel scherp, en Dindy vroeg zich af of het wel ernst was.
Het tijdsbeeld bleef haar bij, hoe men tegen een totaal vreemde wereld aankijkt, hoe die vreemde dingen worden geïnterpreteerd, en hoe anders je referentiekader is zonder moderne middelen als tv en internet.

Ook Arno was enthousiast, hij had het boek met plezier gelezen. Hij moest wel even zijn beeld bijstellen, want ondanks de flaptekst had hij het verhaal in Zuid-Amerika geplaatst. Dat was meer mensen overkomen. De donkere sfeer, de grote rivier, het oerwoud, het lijkt allemaal naar Zuid-Amerika te wijzen. Maar het ivoor weer niet.
Arno vroeg zich af wat nu precies het doel van de reis van Marlow was: ging hij de zieke Kurtz ophalen? Moest hij Kurtz weghalen omdat hij er een potje van maakte? Moest Kurtz weg omdat zijn termijn voorbij was? Verder meldt Arno dat er een autobiografisch element in het boek te vinden is: ook Conrad zelf maakte een reis op een stoomboot naar Congo.

Marianne had het boek al eerder gelezen, en had het herlezen lang uitgesteld vanwege de herinnering aan de donkere sfeer van het boek. Ook zij vond het traag maar indrukwekkend. Niet alleen is het indrukwekkend hoe de sfeer neergezet wordt, maar ook hoe veel er te raden blijft, wat je zelf in moet vullen. Het blijft actueel, het blijft je meesleuren. Het is een zoektocht van de mens naar zijn diepere drijfveer, naar begrenzing; het boek heeft een duidelijke morele boodschap. Ook intrigerend is de Poolse afkomst van Conrad zelf. Al met al een goede ervaring, maar een derde keer dit boek lezen ziet Marianne niet zo zitten.

Noor had moeite met het taalgebruik, en besloot na enig bladeren in de editie van Dindy dat die haar wellicht beter lag. Noor heeft de indruk dat ze het een en ander van het boek heeft gemist, doordat ze het lastig vond haar aandacht er bij te houden. De omslag in het beeld van Marlow over Kurtz vond ze verwarrend. Wel denkt Noor dat ze het boek nog eens wil herlezen, maar dan misschien in een andere uitgave.

Marieke moest eerst een paar brillen afzetten tijdens het lezen: het speelde niet in Zuid-Amerika, noch in Vietnam. En de stijl van het boek maakte het verder ook niet erg geschikt voor in de trein, dit is niet een boek waar je inkomt als je reist op het traject Leiden-Den Haag. Ook Marieke vond het een memorabel boek, donker en avontuurlijk. De eigen interpretaties van bepaalde gebeurtenissen (of in ieder geval de mogelijkheid daartoe) kan zij erg waarderen. Alleen het einde van het boek, waarin Marlow de verloofde van Kurtz bezocht voegt volgens Marieke niet zo veel meer toe.

Dineke tenslotte was de enige die het boek in het Engels had gelezen, en was benieuwd wat voor verschillen dat opleverde. Marianne was eerst in een Engelstalig exemplaar begonnen, maar heeft dat toch maar omgeruild voor een Nederlands. Dineke was enthousiast, je kunt in dit boek eindeloos diep graven maar je kunt het ook als een avonturenroman lezen. Het is spannend en je wilt weten wat er nog meer gaat gebeuren, het wekt het gevoel op van vroeger als er in de kinderkerk een zendeling kwam vertellen.

Uiteindelijk zijn we het er over eens dat dit een van de meest tragische en avontuurlijke reisverhalen ooit is, en dat Bas Heijne een pluim verdient voor de vertaling.

En de verdere leestips die langskwamen deze keer zijn:
Richard Yates: Paasparade
Basani: de tuin van de Fitzi-Continis
Karel Capek: een doodgewoon leven
Esther Gerritsen: een kleine miezerige god.
Deze laatste bespreken we op 17 november bij Marianne.

Nog een filmtip: Happy go lucky.

vrijdag 29 augustus 2008

Augustus 2008: De wet van Spengler

In de zomervakantie hadden we alle tijd gehad om De wet van Spengler te lezen. Hadden we er zo veel tijd voor nodig? Nee, iedereen meldde dat hij (of zij) het boek snel uit had, omdat het lekker wegleest en de vaart er goed in zit. Het is geen boek dat je heel lang bijblijft, als je het leest, sleept het je mee, maar daarna vergeet je het weer.


Noor mocht als eerste vertellen. Zij vond het boek mooi geschreven, maar vond het verhaal niet zo sterk. De schrijfstijl spreekt haar wel zo aan dat ze overweegt meer van Jaap Scholten te gaan lezen. Ze vond dat het qua thema wat leek op Spel van Stephan Enter.

De filosofische gedachten aan het einde van het boek zullen Noor het meest bijblijven, vooral de passage waarin Frederik een stukje van een Romeinse filosoof voorleest aan Tine.


Marianne had ook het boek Tachtig van Scholten gelezen en kon het boek dus in een breder kader bezien. Zij vond tachtig wat frisser, maar tegelijk ook wat vluchtiger. De sfeer is wel vergelijkbaar, van de oude industriële wereld, van rijk trouwt met rijk en ons kent ons.

Ze was onder de indruk van de band tussen deze broers, het sfeertje van mannen onder elkaar. Geen woorden om je band en waardering voor elkaar uit te drukken maar de saamhorigheid van samen fikkie stoken en jagen. Marianne vond de scène waarin Frederik met zijn nichtje een fiets gaat kopen (en de reactie van Julius daarna) erg mooi, die zal ze niet snel vergeten.


Arno deelde de mening dat het vlot geschreven is, een lekker boek voor in de trein. De clan van broers vond hij een mooi thema, hoe de broers binnen dit broederschap toch zo kunnen verschillen. Arno had zich verdiept in de beschrijvingen van het rijke industriële leven. Het was hem opgevallen dat dit gegoede milieu een soort ijkpunt is voor Scholten, hij meet de wereld af aan dat milieu. En daardoor staan er soms observaties in het boek die hem een beetje verbazen, een soort dedain over ‘gewone mensen’. Het lijkt alsof Scholten graag boven dat milieu wil staan om het zo te observeren, maar dat het hem toch niet helemaal lukt omdat dat milieu hem aangeboren is. De vergelijking met Spel deelde Arno niet. Arno vond spel poëtischer, en meer een boek dat je wilt herlezen om alles te ontdekken wat je de eerste keer niet opviel. Het laatste stuk blijft Arno het meest bij, dat kwam echt binnen. Het was heel ontroerend, het verdriet, het diepgewortelde respect voor de oudste broer. Dat laatste stuk gaf ook de rest meerwaarde, omdat het iets met je doet.


Marieke sloot zich hierbij aan. Het wereldje van de Twentse industriëlen boeide haar wel, en ze vergeleek het met de beschrijvingen van Robbert Vuijsje. Oud geld en nieuw geld, oude tradities op het platte land en erbij horen in de stad. Van beide auteurs vond zij de typeringen van de milieus heel raak. De band tussen de broers fascineerde haar.


Al met al een lekker zomerboek. Voor de diepgang de volgende keer weer een oude kraker. Waarover later meer.

donderdag 29 mei 2008

De volgende keer: Jaap Scholten


De volgende keer, 25 augustus bij Marieke lezen we De wet van Spengler van Jaap Scholten.

Mei 2008: Alleen maar nette mensen


In de toekomstige studeerkamer van het nieuwe huis van Marianne in een keurige wijk spraken wij, onder het genot van een glaasje wijn, over een erg modern boek. Erg hedendaags, of hoe noem je dat. In ieder geval, het speelde deels in een keurige wijk met alleen maar nette mensen met studeerkamers en glaasjes wijn, en deels in een wijk met flats, vrouwen met kinderen maar geen man en een heel andere kijk op het leven.

Arno vond het een heerlijk boek, een lekker jongensboek. Hij heeft het in brokjes in de trein gelezen en heeft er erg van genoten. Het taalgebruik viel hem op, niet alleen in de msn-taal, maar ook de onderlinge taal en de verschillen daarin. Arno vindt het een heel geslaagd boek om aan jonge mensen te adviseren, het is heel erg van nu en er zit ook nog iets maatschappelijks in met die twee verschillende werelden.
Dineke heeft zich het meest vermaakt met de enorme verzameling voornamen die tevoorschijn komt. Je kind, verkeerd gespeld, naar een fles Chianti noemen, geweldig. Ze vond het alleen allemaal wel erg lang duren. Na een tijdje is de formule een beetje uitgewerkt en gebeurt er nog maar weinig. Dat is wel jammer. De ontmoeting tussen de beide ouderparen vond ze een hoogtepunt.
Marianne haakt daar op aan met haar favoriete passage: de ontmoeting met Henk en Ria in het vliegtuig, die denken dat hij misschien wel een terrorist is. Marianne vond het net als Arno een lekker tussendoortje, je moet niet alleen maar dit soort boeken lezen maar af en toe is dit heerlijk.
Marieke deelt de favoriete scène met Henk en Ria maar heeft zich ook wel erg vermaakt met de beschrijvingen van het Oud-Zuid milieu. Je weet iets te goed waar dat over gaat…
Ada vertelde per mail dat zij het allemaal wel heel plat vond, en dat zij de passage in Amerika niet zo veel vond toevoegen.
Tineke tenslotte vond de karakterisering ‘hilarisch’ over deze roman al afstotend genoeg en las liever Claudel.
Die aanvangsaarzeling bij dit boek deelden we, we waren er allemaal van tevoren nog niet zeker van of we dit leuk gingen vinden. Maar de bespreking leverde toch vooral positieve geluiden op.

We zijn het er over eens dat het knap is hoe Vuijsje de beide milieus beschrijft zonder daarover zelf te oordelen. Hij kiest zijn woorden zorgvuldig. Iedereen plaatst elkaar in hokjes en steeds met woorden die aan die groep eigen zijn.

We hopen dat Vuijsje meer boeken gaat schrijven, dat hij met dit boek nog niet al zijn kruit verschoten heeft.

vrijdag 18 april 2008

April 2008: 'iets' van Murakami



De keuze bood wat vrijheid dit keer: een werk van Murakami moest het worden. Omdat bijna iedereen meerdere werken van deze schrijver had gelezen, konden we mooie vergelijkingen trekken en tegelijk Noor enthousiast maken, voor wie dit de eerste kennismaking was.

Noor las De olifant verdwijnt.
Dineke las Kafka op het strand, en las al eerder Ten zuiden van de grens.
Arno las Ten zuiden van de grens, en las al eerder Norwegian Wood, Spoetnikliefde, Na de aardbeving, De opwindvogelkronieken en Kafka op het strand.
Marieke begon in Hard-boiled wonderland of het einde van de wereld en las al eerder Norwegian wood, De opwindvogelkronieken, Kafka op het strand en De jacht op het verloren schaap.

We waren unaniem in ons enthousiasme voor deze schrijver.
Dineke vond dat Kafka op het strand over je heen dendert, er gebeurt heel veel en daar moet je erg over nadenken. Steeds denk je dat je bij de oplossing van iets bent en dan gebeurt er alwéér iets nieuws. Ze herinnert zich dat in Ten zuiden van de grens aan het einde de touwtjes bij elkaar kwamen en vraagt zich af of dat hier ook zo zal zijn. Arno en Marieke herinneren zich dat dat niet zo is, maar dat geeft ook niet. Tijdens het lezen kom je in een soort opwaartse flow en dan maakt het einde niet uit.

Arno signaleert daarop een tweedeling: boeken als Ten Zuiden van de grens en Norwegian wood zijn meer goed vertelde liefdesverhalen, terwijl bijvoorbeeld De opwindvogelkronieken en Kafka op het strand veel experimenteler zijn. Daar weet je niet altijd raad mee, soms (vaak?!) realiseer je je dat je er niets van begrijpt. Je schuift van verhaal A naar B en dan komt C erbij, het breidt zich steeds uit. Maar toch raak je nooit zozeer de draad kwijt dat je het opgeeft.

Arno was ook gefascineerd door de tegenstellingen waar Murakami gebruikt van maakt. In Ten zuiden van de grens gaat het bijvoorbeeld én over een kronkelende rivier én het Suezkanaal. Of de tegenstelling Oost – West bijvoorbeeld. Delen van de verhalen zijn voor ons heel onbekend, terwijl andere stukken wel weer heel herkenbaar zijn.

Wat erg bijdraagt aan de boeken is de twijfel of alles wel echt gebeurt. Van heel wat gebeurtenissen kun je je afvragen of ze echt zijn, of dat het misschien toch een droom was. En maakt dat uit voor de bijdrage van die gebeurtenis aan het verhaal? Noor herkent dit uit De olifant verdwijnt. Er komen ineens mannetjes uit de tv, en een olifant verdwijnt met verzorger en al. Marieke vindt vooral die rare personages Johnnie Walker en Colonel Sanders in Kafka op het strand geweldig: wie zijn ze, en hoe kom je er op?!

Als verwante schrijvers denken we aan David Mitchell (Wolkenatlas, Dertien) of Paul Auster (New York Trilogy). Iemand die onbekend is met het werk van Murakami kan het beste voorzichtig beginnen en de Opwindvogelkronieken voor later bewaren.

Terugkerende thema’s leken ons:
- Wat is echt en wat niet
- Muziek
- Eenzaamheid
- Eten
- Tegenstellingen
- Surrealistische/absurde zaken en gebeurtenissen

In een artikel uit HP de Tijd dat Arno uitdeelde wordt een overzicht van Murakami's werk geschetst. De daar genoemde punten komen ook in onze bespreking terug. De documentaire Dinner with Murakami biedt ook een interessante kijk op zijn schrijverschap en zijn status in Japan. En dat nog wel zonder dat de schrijver zelf optreedt in de documentaire.

zaterdag 15 maart 2008

De volgende keer: Murakami

Voor de volgende keer (14 april bij Marianne) lezen we een keus uit het werk van Haruki Murakami.

De keuze is (tot nu toe) als volgt:
Tineke: Na de aardbeving
Dineke: Kafka op het strand
Marieke B: Hard boiled wonderland en het einde van de wereld
Ada: Spoetnikliefde of Kafka aan het strand

Wat lezen de anderen? Je kunt het hier doorgeven!

zondag 9 maart 2008

Maart 2008: Koetsier Herfst

Charlotte Mutsaers – Koetsier Herfst

We waren met zijn vieren, en de verdeling was half om half. Dineke en Marieke hadden het boek uit, Noor en Ada niet.

Noor was bewust gestopt. Ze had het best uit kunnen lezen maar na 80 pagina’s was ze het zat. Het las gemakkelijk weg, dat dan weer wel. Maar Noor vroeg zich steeds af Waar gaat dit heen? Waar gaat het over? Wat moet ik ermee? Ze vond het saai –al dat gezever over dat mobieltje- en vergezocht. De drempel om verder te lezen was te hoog, dus Noor heeft het boek terzijde geschoven. Ook na de bijeenkomst zou het boek ongelezen blijven voorbij pagina 80.

Ada had het ook niet uit, maar ging het zeker nog wel verder lezen. Het boek was toegankelijker dan Ada had verwacht. Ze vond het gegeven van het gevonden mobieltje en de gebeurtenissen daarna grappig, en was benieuwd hoe het af zou lopen. Ze kwam tot ongeveer de ontmoeting met Do in Krasnapolsky en vraagt zich nu wel af wanneer Maurice dan de echte eigenaresse van de telefoon zal ontmoeten. De seksscènes vond Ada wel een beetje over the top.

Dineke vond de houdbaarheid van dit boek beperkt. Nu weet je waar het over gaat, over tien jaar echt niet meer. Mutsaers heeft iets onnavolgbaars in haar schrijfstijl, dat is knap maar ook strontvervelend. Dineke vindt Mutsaers ongehoord geëxalteerd, hysterisch en provocerend en vindt het moeilijk dat los te zien van het boek. Doe normaal, je bent 60, denkt ze dan. De grens tussen feit en fictie is ook wel moeilijk te vinden. Mutsaers is een soort omgevallen boekenkast, met heel veel feitenkennis. Het LLF bestaat, het gedicht van Bin Laden ook, en zelfs de “bel uw overleden geliefde in zijn kist-telefoon” bestaat. Maar wat bestaat er dan niet?

Marieke had ook wat moeite om het boek uit te krijgen. Ze vond de seksscènes een beetje tè, en al dat geplas ging ook tegenstaan. De personages waren levendig en er gebeuren veel onverwachte dingen, dat zou een voorbode van succes moeten zijn. Maar gek genoeg raakt het je niet. Wel werd ze aan het einde van het boek toch nog gegrepen, toen Do verdwenen was en Maurice ineens een stuk menselijker was. Je blijft tot vlak voor het einde van een afstandje naar al die rarigheid kijken. Marieke moest wel regelmatig aan Het derde huwelijk van Tom Lanoye denken. De sfeer en de gedachtesprongen komen wel overeen. En is Do een soort karikatuur van Marianne Thieme?

De discussie gaat een tijdje door over de vraag of Do de telefoon bewust in het Vondelpark heeft verloren zodat juist Maurice Maillot hem zou vinden. Ze weet precies wie hij is, noemt zichzelf een fan, en lijkt in Kras ook helemaal niet verbaasd als hij aan komt lopen. Ze maakt ook geen toespelingen op een andere afspraak. Maar waarom reageert ze dan zo fel als ze het zebra hoesje ziet? Aan de andere kant kan het toch ook wel toeval zijn geweest dat juist Maurice de telefoon vond.

Freddy lijkt de enige vaste waarde in het leven van Maurice te zijn. Hij is een echte mannen-man. Een mannenman gaat dan ook naar de Buffalo Grill om zich te bewijzen als man.

En wat is de rol van Osama Bin Laden? Hij heeft geen nadrukkelijke positie in het boek, hoewel de titel wèl bij hem vandaag komt. Is Osama een symbool voor alle vreemde dingen van Do –en van Maurice?

Naar aanleiding van de discussie besloot Ada het boek zeker verder te gaan lezen.

zaterdag 9 februari 2008

De volgende keer: Mutsaers


Voor de volgende keer (3 maart bij Dineke) lezen we Koetsier herfst van Charlotte Mutsaers.
Achtergrondinformatie:
- Uitgeverij de Bezige Bij (inclusief vragen voor leesclubs)
Vergeet ik interessante pagina's? Laat het dan weten!

woensdag 23 januari 2008

Januari 2008: De ooggetuige


Het boek:
Een Duitse arts geneest in een ziekenhuis de 'blinde' oostenrijker A.H. Later ontwikkelt deze A.H. zich als een ontzagwekkend (en angstaanjagend) politicus, en de arts blijft nadenken over de gevolgen van zijn daad. Daardoorheen geweven is het verhaal van de jeugd van de arts, en zijn leven na die genezing.

De discussie:
Marianne heeft alleen de eerste zin gelezen. Die vond ze eigenlijk een beetje te lang, ze moest hem een paar keer lezen voordat ze snapte wat er stond. Maar naar aanleiding van de discussie over het boek heeft ze besloten het alsnog te gaan lezen.

Arno vond het boek geweldig en goed. Maar de taal was soms lastig, het is heel afstandelijk geschreven. Soms een beetje hakketakkerig en dan weet je niet meer in welke tijdsperiode dat stukje verhaal zich afspeelt. We vragen ons af of dat afstandelijke te maken heeft met de titel, met de rol van de dokter als Ooggetuige van de ontwikkelingen om hem heen.
Ook begon Arno zich na een tijdje af te vragen wanneer A.H. nu in het verhaal voor zou komen. Omdat dat zo nadrukkelijk op de flap staat, verwacht je dat het wel snel zal komen. Het duurde zo lang dat Arno zich begon af te vragen of er soms een verkeerd katern in het boek zat. Al met al vond hij het boek heel aangrijpend, vooral omdat het al in 1938 geschreven is.

Dineke vond het een vreselijk, Duits, schimmelig boek. Ze wil het het liefst zo snel mogelijk haar huis uit hebben. Het deed haar denken aan een ander boek dat in Budapest speelt en waarin een zoon in een hotel een liftboy moest zijn. (Weet iemand welk boek dat is?)

Marieke vond het prachtig. Zij heeft het in één ruk uitgelezen, en is helemaal niet over de taal gevallen. Wel vond ook zij dat het wel heel lang duurde voordat A.H. in het verhaal voorkwam.

Na dit rondje meningen spraken we nog lang door over allerlei thema’s uit het boek. Waarom besluit de hoofdpersoon uiteindelijk in Spanje te gaan vechten? Om aan te geven dat de hele wereld verrot is? Om zich te bemoeien met een andere verontrustende kwestie in de politiek? Als een soort zelfmoord?
En wat is de ONDERZIEL die een aantal keer in het boek voorkomt? Het duistere gedeelte van de ziel? Het negatieve van het onderbewuste? Heeft het iets te maken met het über-ich van Freud?
Ook de passage waarin de hoofdpersoon A.H. weer laat zien roept wat vragen op. Het is niet een heel duidelijke passage. De ‘genezing’ van de blindheid van AH gaat wel heel erg makkelijk! We komen er uiteindelijk op uit dat als A.H. weer kan gaan zien op basis van wilskracht alleen, dan kan hij alles bereiken, goed en kwaad. En dat bleek wel.
We vragen ons ook af hoe groot de dokter zijn eigen rol in dit alles maakt. Maakt hij die rol niet groter dan hij is? Zou A.H. niet verder zijn gekomen als hij blind was gebleven?

Als laatste vertelt Arno ons nog dat Weiss’ novelle Jarmila ook prachtig is. Het is helderder geschreven dan De Ooggetuige, maar heeft wel dat zelfde sombere, donkere vernislaagje.

De Ooggetuige is zeker een boek dat we anderen willen aanraden, hoewel het niet een boek is dat je gemakkelijk aan iedereen aanraadt.

donderdag 3 januari 2008

De volgende keer: Weiss

Voor de volgende keer (21 januari 20:00 bij Arno) lezen we De ooggetuige van Ernst Weiss:

Duitsland, 1918. De hoofdpersoon uit De ooggetuige is artspsychiater in een reservelazaret, waar hij geestelijk verminkte militairen behandelt. Zijn patiënt is een zekere A.H., een grootheidswaanzinnige, Jodenhatende fantast, die als gevolg van een hysterische aandoening niet meer kan zien. Medisch gezien is hij echter niet blind.

De arts raakt door hem gefascineerd. Tot dan toe was hij in zijn eigen leven een ooggetuige geweest; nu voelt hij de hartstochtelijke behoefte macht uit te oefenen over zijn patiënt, diens grote geestkracht in humanere banen te leiden, het lot te beheersen en op de stoel van God te gaan zitten. Hij besluit A.H. te behandelen, en geneest hem. Hiermee blijkt hij op zijn beurt blind - voor de gevolgen van zijn besluit. Niet alleen voor zijn eigen leven: van de grootheidswaanzin van zijn patiënt zal later heel Europa ooggetuige zijn.

Recensies:
De Volkskrant
Liberales