Wij zijn een leesclub van oud-medewerkers van Boekhandel Kooyker in Leiden, en bespreken sinds 2003 in wisselende samenstelling nieuwe en oudere boeken.

woensdag 30 september 2009

September 2009 Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor mintwaalfjarigen won



Een boek dit keer waar heel wat over te melden was. Een boek met prachtige zinnen en moeilijke vragen.


Ada mocht het spits afbijten, en zij had van dit boek genoten. Zij vond Ivo een stoere bink met een heel klein hartje, met taalgebruik dat toch een beetje deed denken aan Dimitri Verhulst. Ook Ada’s zoon, die het liefst sportboeken leest, vindt het leuk.

Dineke raakt in hoge mate gedeprimeerd van Vlaamse dorpen, en zag dat in dit boek terug, hij heeft die sfeer prachtig neergezet. Wel werd ze een beetje kriegel van het Vlaams en vond ze dat Ivo als kind wel erg volwassen overpeinzingen had.

Daar ging de discussie even op verder: is het een probleem dat die overpeinzingen zo volwassen zijn? Het vertelperspectief (achteraf) helpt daar wel aan mee, dat maakt die volwassen redeneringen wel waarschijnlijk. Sander, Rutger en Arno waren het er over eens dat het zo over the top is, dat je het ook weer begrijpt. Je raakt niet in de verleiding om te denken dat dat kleine jongetje werkelijk zo volwassen redeneert. Daaraan voegt Sander later nog toe dat hij het jongetje eigenlijk iets extra’s meegeeft juist omdat hij er naar kijkt nu hij ouder is.

Rutger heeft erg gelachen om de passages over de Simple Minds, over de totaal foute haarlok van Jim Kerr en de voorspelling dat U2 van voorbijgaande aard zou zijn. Dat soort opmerkingen in retrospectief te plaatsen (terwijl je nu weet dat het niet uitkomt) toont iets van de kracht van Victoria.

Arno zet vervolgens aan tot de rest van de discussie: hij vond het een mooi boek, maar ook moeilijk. Een tweede keer lezen loste dat niet op. Eigenlijk staat het boek vol met prachtige kleine schilderijtjes die niet verder met elkaar verbonden worden. Daar zijn we het over eens, want ieder van ons kan glimlachend bepaalde passages naar voren halen. Ach ja, de hartverwarmende onverschilligheid van de caissieres bij de Jawa. De overleden vader op het antwoordapparaat. Iedereen bladert met een glimlach op het gezicht nog even door het boek. Maar toch hebben we ook allemaal het gevoel dat we van alles gemist hebben. Is dat omdat wij te snel lezen, of omdat de schrijver te veel wil?

Het is ook een debuut, en je ziet er aan af dat deze schrijver heel veel potentie heeft, maar dat hij misschien wel te veel wil in te weinig pagina’s. Delen van het boek zijn heel erg sterk, maar dat houdt hij niet vast. In deel 2 van het boek raakten we allemaal de draad kwijt. We lazen een paar pagina’s, en bladerden dan weer terug: hadden we het wel begrepen?

Tot slot brengt Rutger ons nog allemaal in de war: bestaat Dries eigenlijk wel? Op pagina 156 is het net alsof hij een soort imaginair vriendje is? En hoe zit het dan met verslaggever Carl die zo bewust in de camera knipoogt, alsof hij wil zeggen “ Het is allemaal maar een grap?” Wat is er echt en wat niet?

2 opmerkingen:

Hadassa Slob zei

Beste Marieke,

Zou ik je via de mail wat vragen mogen stellen over de leesclub?

Ik ben studente en doe een onderzoek naar leesclubs. Mijn e-mail is h.slob@student.uu.nl .

Ik zou het erg op prijs stellen, en jij en je boekenclub maken kans op een boek voor elk lid.

Vriendelijke groet,
Hadassa Slob

Marieke zei

Beste Hadassa,
Dat is goed. Ik krijg alleen de mail die ik je stuurde retour, dus kun je me het juiste adres sturen?
Groeten, Marieke