Wij zijn een leesclub van oud-medewerkers van Boekhandel Kooyker in Leiden, en bespreken sinds 2003 in wisselende samenstelling nieuwe en oudere boeken.

vrijdag 8 november 2013

November 2013: De Huisvriend

Een bijzondere bijeenkomst, passend bij ons tienjarig bestaan: de auteur van het boek was aanwezig bij de bespreking. Voor hem, en voor ons, best spannend, want wat als we er niks aan hadden gevonden?

Gelukkig was dat geenszins het geval. We hadden het allemaal met plezier gelezen, en juist door de aanwezigheid van Bertram ontdekten we nieuwe vragen, nieuwe oplossingen en keken we weer met een andere blik naar het boek. En dat was wederzijds-dat maakte het extra leuk.

In een goed boek, waarvan je je later nog herinnert wat er ook al weer gebeurde, is vaak het staketsel sterk. De structuur staat, en daarbinnen is ruimte voor eigen invulling. Je moet het als het ware zelf inkleuren. Dat kan frustrerend zijn als je met te veel vragen blijft zitten, of als je in te diepe verwarring raakt. Maar als het goed is, sla je na het lezen het boek dicht en geeft het niet dat niet alle vragen beantwoord zijn- voegt dat juist iets toe. Dit is zo'n boek. Bertram vertelde ons dat hij over sommige antwoorden op de vragen die resteerden wél, en op andere geen antwoord in zijn hoofd had, en dat hij zelfs passages waarin wat meer werd uitgelegd had geschrapt.

Het boek dwingt de lezer om steeds alert te blijven- niet op het puntje van je stoel, maar op je tenen, zoals Sander zei. Steeds op je hoede voor de volgende gebeurtenis, zodat je bijna extra voorzichtig ging lezen om het wat rustiger op je af te laten komen. Het verhaal is onvoorspelbaar, maar ook grappig, en heel beeldend verteld.

En tja, waar waren eigenlijk die eerdere huisvrienden gebleven? Hoe zijn Jonas en Benjamin in dit huis terecht gekomen?  Is Jonas wel betrouwbaar als verteller, of plooit hij alles zoals het hem uitkomt? Zijn Benjamin en Jonas wel twee personen?

Het was ook zonder Bertram een goede discussie geweest, dat dwong het boek af en dat is fijn als je het wilt bespreken. Maar de avond kreeg nu een waardevollere lading door de achtergrondinformatie die we er bij kregen: over de ontstaansgeschiedenis, over gemaakte keuzes, over inspiratiebronnen en hommages aan andere auteurs, over het schrijfproces en de leuke anekdotes als je als schrijver je eigen boek in de winkel hebt liggen.

dinsdag 22 oktober 2013

September 2013: Kroniek van de familie Wapshot

Kroniek van de familie Wapshot van John Cheever is een boek waar de meningen over verdeeld zijn. Terwijl wij weer genoten van de goed verzorgde barbecue bij Sander en Hedwig, bespraken we alvast van alles en uiteindelijk inderdaad ook maar dit boek. Tijdens het snijden en bereiden van de salades lieten sommigen al doorschemeren wat ze van het boek vonden.
Het is in elk geval geen boek wat je in kleine stukjes moet lezen, het best is het wanneer je de tijd hebt om lekker lang te kunnen lezen. Behalve Dineke had geen van ons het boek uit. Dineke was wel zo enthousiast dat dit boek in haar boekenkast mag blijven staan en dat is toch wel de hoogste lof die een boek van haar kan krijgen!
Marieke D., Noor en Dineke hebben het boek in het Engels gelezen, de rest van ons in het Nederlands.
Marieke D. en Marianne waren even ver gekomen en zij zijn voornemens om het boek uit te lezen (hetgeen mij zojuist gelukt is). Zij waren dan ook enthousiast over het boek.
Sander is niet zo ver gekomen en laat het ook voor wat het is. Het kon hem niet bekoren en hij kreeg er geen grip op. Op de achterkant van het boek staat dat Cheever ‘fantasievolle uitweidingen’ gebruikt. Die uitweidingen heeft Sander wel opgemerkt, maar hij vond ze verre van fantasievol.
Dindy vond de anekdotes op zichzelf wel vermakelijk, uiteindelijk besloot zij het idee los te laten dat er verbanden moeten zijn in het boek tussen de verschillende anekdotes. Ze is ze gewoon op zich gaan waarderen. Wellicht dat later in het boek  alles bij elkaar komt, maar dat weet ze nu nog niet.
Marieke D. vond het, zoals gezegd wel een goed en leuk boek, behalve de dagboekfragmenten van Leander, omdat die vrij irritant waren opgeschreven in telegramstijl. Wat sterk was aan het boek is dat de lezer door de schrijver wordt aangesproken, maar niet op een manier dat het vervelend is. Dat doet Cheever wel fris. Zij waardeert ook de subtiele humor in het boek, zoals het feit dat Honora, die altijd thuis is, juist op een dag niet te vinden is door een deurwaarder, het gesprek van Coverley met de psycholoog en de enkele, droge opmerking dat het feit dat Moses nog geen vader is, slechts toeval is. Marianne is het van harte met Marieke eens.
De personages komen nogal dommig over en ze zijn allemaal net niet geslaagd in het leven. (geldt dat ook voor de schrijver?)
Rutger vraagt naar de vergelijking met Revolutionary Road van Yates, maar dat boek is veel duisterder. Dit is tamelijk licht geschreven. In de personages schuilt een zeker optimisme en ook veerkracht.
Kortom, het is moeilijk om een sluitende conclusie over dit boek te geven. Komt dat nu omdat het al in 1957 geschreven is of door de vorm van kroniek? We kwamen er niet helemaal uit. Leuk was wel dat de meningen verdeeld waren. Overigens zouden we het aanraden en/of verkopen aan geoefende lezers, zowel mannen als vrouwen.
(Marianne dank voor het verslag!)

woensdag 31 juli 2013

Juli 2013: De Helleveeg

De naam van A.F.Th van der Heijden was al vaak gevallen bij de leesclub, niet in het minst vanwege de enthousiaste verhalen (en scriptie) erover van Sander. Maar hij had nog niet op het programma gestaan. De Helleveeg bood daartoe een goede kans, alleen al omdat Sander dat met zijn kennis van De tandeloze tijd goed kon plaatsen in het oeuvre en ons daarover kon vertellen. Bijvoorbeeld over hoe Van der Heijden begin jaren ’90 een frisse jonge schrijver was die het literaire wereldje op zijn grondvesten zou doen schudden. 

Jammer was wel dat Sanders theorie in de scriptie over de rol van vrouwen in het werk onderuit gehaald werd. Da’s het nadeel van zich ontwikkelende meerdelige romancycli. 

We zijn het er over eens dat het boek lekker leest, en hier en daar erg grappig is. De verteltoon is meeslepend en uitwaaierend, neemt je mee ook als is het soms omslachtig. Je wordt aan de hand meegenomen, en dat is knap gedaan, want je accepteert ook heel rare dingen als onderdeel van het boek.

Maakt het enorm veel indruk? Nee. Zeker voor diegenen van ons die niet bekend zijn met De tandeloze tijd, is het een beetje losgezongen. Als je de rest ook kent, is het net of je terugkeert bij bekenden. Sander noemde het een oefening om weer in De tandeloze tijd te komen. 

Leuk om gelezen te hebben - maar het vraagt ook nadrukkelijk om je in de rest van de reeks te verdiepen. De vraag is natuurlijk of dat zal gebeuren.


maandag 27 mei 2013

Mei 2013: De lessen van mevrouw Lohmark


Het is altijd een risico om te spelen met vorm en inhoud in een boek. Het kan heel geslaagd uitpakken (Het boek van Gould, De verzamelde werken van T.S. Spivet), maar het kan ook enorm mislukken. De vraag of het Schalanski gelukt is, blijft een beetje in de lucht hangen. 

Niemand heeft de functie van de tekeningen in het boek echt begrepen, behalve misschien om af en toe je kinderen bij het boek te betrekken. De in alles doorgevoerde evolutietheorie is aardig, maar niet meesterlijk uitgevoerd, eerder een truc. Er staan lange uitweidingen in het boek, waar we vrijwel allemaal diagonaal doorheen gebladerd hebben.

Inhoudelijk zitten er echter ook wel dingen in het boek die ons bij zullen blijven. De manier waarop Lohmark nog vastzit in het Oost-Duitse verleden- en hoe dat in zijn algemeenheid doorwerkt op de school. En dat Lohmark zo'n onaangenaam personage is, maar dat je toch wilt weten hoe het verder gaat. Ook indrukwekkend is de scène waarin haar dochter een beroep op haar doet als moeder, maar Lohmark zelf keihard in haar rol als lerares blijft. Geen genade.

Ook wat grotere vragen blijven wel overeind, als hoe houd je je staande in een veranderende wereld met zo'n overdaad aan keuzes?

De vergelijking met Bint ligt voor de hand- met een duidelijke overwinning voor deze laatste, hoewel de passages waarin er interactie is tussen juf en leerlingen wel mooi zijn.

En wekt de flaptekst een suggestie die het boek niet heeft of lazen wij daar allemaal overheen? Gevoelens voor die ene leerlinge? Zou wel haar fysieke klachten verklaren, of is dat dan toch de overgang?

Was dit boek ook zo populair geworden zonder Van Dis? We denken van niet.  

Het was geen lange discussie, deze avond. Het was een aardig boek, meer niet.

woensdag 10 april 2013

Maart 2013: De vergelding

Verwachtingen vooraf hadden invloed op de waardering van dit boek. Als je begon in een roman, ergerde je je al snel aan de hoeveelheid personages, de feitjes en aan de vertelstem die inbrak op zijn eigen verhaal.
Begon je in een non-fictiewerk (of in een mengvorm) dan was dat minder vervelend. Dan kon je ook plaatsen waarom er verschillende versies gepresenteerd worden, en werd je gemakkelijker meegesleurd.

Het is duidelijk dat er enorm veel research aan dit boek ten grondslag ligt. Die research is op een knappe manier in een toch niet te dik boek verwerkt.

Wat we ook knap vonden was dat Brokken er in slaagt om open te houden wie nu de dader is. Hij had het weg kunnen geven, maar doordat hij dat niet doet, voegt hij iets toe aan het boek.

Mooi was de nuance tussen goed en kwaad: zelfs een daad die goed bedoeld is, kan fout uitpakken of anders geïnterpreteerd worden. Het boek geeft een beeld van het leven en de keuzes in de bezettingstijd op een manier waardoor je met een brede blik toekijkt. Het is niet zwart-wit, de Duitsers (sommigen dan) zijn ook gewoon mensen, en je kunt gemakkelijk meegesleurd worden in de waan van alledag en daar dan de rest van je leven spijt van hebben.

Uiteindelijk waren de reacties op het boek toch wisselend, en dat had meestal te maken met een voorkeur of afkeer van non-fictie als genre.








vrijdag 8 februari 2013

Februari 2013: Terrin en Boogers


Omdat de leesclub in december niet door was gegaan, hadden we  de bespreking van Post Mortem van Peter Terrin doorgeschoven naar deze keer, en er Alle dingen zijn schitterend van Alex Boogers aan toegevoegd. Er was wel wat verwantschap aan te wijzen in deze boeken. Allebei nadrukkelijk geconstrueerd (wie van beide schrijvers zou een uitgewerkt schema aan zijn muur hebben gehangen?) en met in beide verhalen een hoop ellende voor ouders met (kleine) kinderen.

Vonden we er een beter dan de ander? Ja, uiteindelijk wel. Boogers won, en lange tijd werd er doorgepraat over de vraag waarom hij geen groter publiek trekt. Wij vinden het prachtig, en ook De tijger en de kolibrie had in het verleden de harten al geraakt. Je wilt al zijn werk wel lezen, ook al zul je daarin steeds de bekende thema's (Estee, vechtsport bijvoorbeeld) weer terugvinden. Is het voor de gemiddelde lezer dan toch te literair? Te geconstrueerd? Stoot het thema van de vechtsport af? Wij weten het niet. We nemen ons voor om het boek zelf dan maar te promoten.

Waarom is Terrin dan minder? Die heeft nog wel een prijs gewonnen. We zijn het er over eens dat het boek zonder de prijs nauwelijks zou zijn opgevallen. Het is mooi geschreven, mooie taal, maar het kost moeite in het verhaal te komen en door te lezen. Het is erg geconstrueerd, het leest als een schema dat langzaam wordt ingevuld, terwijl dat bij Boogers toch iets organischer gebeurt. Hoewel het zich daar misschien wel weer iets te langzaam ontvouwt.

Voor wat betreft de AKO-prijs had onze voorkeur toch bij Stephan Enter gelegen.

De omslagen vinden we allebei mooi, maar daarin wint Terrin absoluut. Hij is een zichtplaats in de kast waard.