Wij zijn een leesclub van oud-medewerkers van Boekhandel Kooyker in Leiden, en bespreken sinds 2003 in wisselende samenstelling nieuwe en oudere boeken.

dinsdag 22 oktober 2013

September 2013: Kroniek van de familie Wapshot

Kroniek van de familie Wapshot van John Cheever is een boek waar de meningen over verdeeld zijn. Terwijl wij weer genoten van de goed verzorgde barbecue bij Sander en Hedwig, bespraken we alvast van alles en uiteindelijk inderdaad ook maar dit boek. Tijdens het snijden en bereiden van de salades lieten sommigen al doorschemeren wat ze van het boek vonden.
Het is in elk geval geen boek wat je in kleine stukjes moet lezen, het best is het wanneer je de tijd hebt om lekker lang te kunnen lezen. Behalve Dineke had geen van ons het boek uit. Dineke was wel zo enthousiast dat dit boek in haar boekenkast mag blijven staan en dat is toch wel de hoogste lof die een boek van haar kan krijgen!
Marieke D., Noor en Dineke hebben het boek in het Engels gelezen, de rest van ons in het Nederlands.
Marieke D. en Marianne waren even ver gekomen en zij zijn voornemens om het boek uit te lezen (hetgeen mij zojuist gelukt is). Zij waren dan ook enthousiast over het boek.
Sander is niet zo ver gekomen en laat het ook voor wat het is. Het kon hem niet bekoren en hij kreeg er geen grip op. Op de achterkant van het boek staat dat Cheever ‘fantasievolle uitweidingen’ gebruikt. Die uitweidingen heeft Sander wel opgemerkt, maar hij vond ze verre van fantasievol.
Dindy vond de anekdotes op zichzelf wel vermakelijk, uiteindelijk besloot zij het idee los te laten dat er verbanden moeten zijn in het boek tussen de verschillende anekdotes. Ze is ze gewoon op zich gaan waarderen. Wellicht dat later in het boek  alles bij elkaar komt, maar dat weet ze nu nog niet.
Marieke D. vond het, zoals gezegd wel een goed en leuk boek, behalve de dagboekfragmenten van Leander, omdat die vrij irritant waren opgeschreven in telegramstijl. Wat sterk was aan het boek is dat de lezer door de schrijver wordt aangesproken, maar niet op een manier dat het vervelend is. Dat doet Cheever wel fris. Zij waardeert ook de subtiele humor in het boek, zoals het feit dat Honora, die altijd thuis is, juist op een dag niet te vinden is door een deurwaarder, het gesprek van Coverley met de psycholoog en de enkele, droge opmerking dat het feit dat Moses nog geen vader is, slechts toeval is. Marianne is het van harte met Marieke eens.
De personages komen nogal dommig over en ze zijn allemaal net niet geslaagd in het leven. (geldt dat ook voor de schrijver?)
Rutger vraagt naar de vergelijking met Revolutionary Road van Yates, maar dat boek is veel duisterder. Dit is tamelijk licht geschreven. In de personages schuilt een zeker optimisme en ook veerkracht.
Kortom, het is moeilijk om een sluitende conclusie over dit boek te geven. Komt dat nu omdat het al in 1957 geschreven is of door de vorm van kroniek? We kwamen er niet helemaal uit. Leuk was wel dat de meningen verdeeld waren. Overigens zouden we het aanraden en/of verkopen aan geoefende lezers, zowel mannen als vrouwen.
(Marianne dank voor het verslag!)

Geen opmerkingen: