Wij zijn een leesclub van oud-medewerkers van Boekhandel Kooyker in Leiden, en bespreken sinds 2003 in wisselende samenstelling nieuwe en oudere boeken.

donderdag 16 december 2010

December: Clausewitz

Er staan een heleboel exemplaren van Clausewitz op boekwinkeltjes.nl vandaag. Er kwamen variaties in diepte van de onvoldoende voor tijdens de bespreking, maar niemand toonde zich erg enthousiast.

Eerst maar iets positiefs: het boek begon goed.
Het begin van het boek was vermakelijk en we waren benieuwd naar wat komen ging. Er zat een aardige lijn in.
Het is heel actueel, dat heeft iets fris. (en vergankelijks...)
De suggestie dat Lefebvre misschien wel niet bestaan heeft was leuk.

Maar
Na een pagina of 70 kwam het omslagpunt en raakten we de draad kwijt.
Er zitten zo veel pretentieuze verwijzingen in dat we geen zin hebben om ze op te zoeken ("omgevallen boekenkast"). De titel alleen al is  zo pretentieus dat je hem niet wilt googlen.
Het is boek is slecht geredigeerd, veel taalfouten.
Je bent heel ingespannen aan het lezen, klaar om niets te missen, maar er worden zo veel details niet uitgewerkt dat je afhaakt.

Omdat het boek te zeer uit losse flodders bestaat, die niet altijd even goed zijn uitgewerkt, haakten we een voor een af. De recensie in NRC had ons een voorproefje gegeven, maar leidde ook tot te hoge verwachtingen.

Een geslaagde versie van een dergelijk thema is volgens Sander De vernietiging van Prosper Morel van Jamal Ouariachi.

woensdag 27 oktober 2010

Oktober 2010: Tikkop

Van Dis werd de keus voor de bijeenkomst in oktober. Een boek dat we anders misschien links hadden laten liggen, of niet? Sommigen van ons hadden eerder iets van Van Dis gelezen, anderen nog niet. Smaakte het naar meer? Dat wisselde sterk.

Wat bleef er hangen van dit boek? Met name de angst die uit het boek spreekt, had indruk gemaakt. De gedachte dat je steeds bang moet zijn. Bang omdat je laptop uit de wasmachine gejat kan worden, omdat je poort wordt volgesmeerd met pek of je sleutelgat met hars. Het deed soms denken aan In ongenade van Coetzee (ook al vinden we dat een beter boek), maar ook aan ervaringen in Zuid-Afrika zelf.

De persoon Marten bleef hangen in zijn machteloosheid, knulligheid ook wel. Of dat nou direct bij Van Dis paste leverde een discussie op. Is Van Dis meer die knullige jongen die er heel graag bij wil horen, of is hij eerder een beetje pedant? Als hoofdpersoon van dit boek levert hij geen spektakel op, dan had Donald beter die rol kunnen hebben. Donald was -tot verrassing van een aantal van ons-  een witte man, geen zwarte man. Hij kan een interessant personage zijn, ook al komt hij in dit boek niet erg uit de verf.

Het gevoel ontheemd te zijn, dat bleef ook hangen. Niemand in het boek is blij, of in ieder geval op zijn gemak, op de plaats waar hij is. Iedereen streeft naar iets, en niemand bereikt het.

Er zitten dus wel interessante elementen aan dit boek. Toch hadden we moeite de unaniem lovende recensies te begrijpen. De thema's van knulligheid, geweld en ontheemding zijn interessant. Maar het is ook een boek waar sommigen vier keer in moesten beginnen, waar je niet lekker in kwam, dat je niet diep raakte en waarin de her en der afgedrukte visjes voor grote irritatie zorgden.

dinsdag 28 september 2010

September 2010: Beatrice en Vergilius


Aan Het leven van Pi bewaarden wij -en velen met ons- warme herinneringen, en daarom verheugden we ons op Beatrice en Vergilius, de nieuwe roman van Yann Martel. Het resultaat van de bespreking was toch dat het boek ons niet bracht wat we gehoopt hadden.

We vonden het idee achter dit boek erg geslaagd, namelijk om de discussie aan te gaan of het mogelijk is om fictie over de holocaust te schrijven. Het leverde een interessant gesprek op, met een aantal kernvragen: Kun je hier fictie over schrijven, welke vorm kies je daarvoor en hoe breng je toch de boodschap over? Kun je er voor zorgen dat het thema steeds actueel blijft en dat opeenvolgende generaties dit niet vergeten, en kan dat op een andere manier dan door non-fictie of in ieder geval deels op feiten berustende fictie? Is Martel daar in geslaagd, en wat heeft hij geprobeerd in dit boek te stoppen en wat halen wij er met onze leeservaring uit? Doen we hem daarmee recht of juist niet?

De vorm die Martel voor zijn boodschap kiest, vonden we echter minder geslaagd.
Verreweg de meeste indruk qua vorm maakten de spelletjes aan het einde van het boek. De dilemma's die daarin gesteld worden, doen je even stil staan en stil worden. Deze spelletjes deden ons denken aan het prachtige Adres onbekend van Kate Kressmann Taylor.

Wat mankeerde er dan aan de vorm? De delen passen niet goed ineen: het ineenvlechten van toneelstuk, verhaal en spel (en misschien ook nog wel het verhaal van Flaubert) komt te geconstrueerd over. Het is niet helemaal duidelijk waarom Beatrice en Vergilius nou precies een ezel en een aap zijn. Het is een leuk idee, dat niet van de grond komt.
De stukken toneelstuk brengen je in verleiding ze over te slaan omdat ze minder aan het verhaal toevoegen dan de passages waarin de beide Henry's met elkaar praten.

En er blijven vragen over: Waarom een taxidermist? Waarom opgezette dieren? Wat doet de lijst met woorden? Waarom leest de taxidermist steeds hardop voor? Waarom al die literaire verwijzingen aan het begin ("gaaap! non-functioneel gestrooi met kennis...", schreef Marieke D)? Aan wie zouden we dit kunnen aanbevelen? Waarom nu weer dieren? Wat is de rol van de echtgenote en de hondsdolle hond?

Form follows function, zegt men, en juist dat gaat hier niet goed. De vorm van deze roman past niet bij de inhoud en bij het doel dat Martel beoogt.

"Ik ben niet zo van de experimentele roman, maar een experimentele roman over een experiment(ele roman) vind ik dan toch (enigszins) intrigerend." liet Marieke D. ons via de mail weten, en dat drukt prachtig de besproken twijfels, maar ook de positieve punten uit.

zondag 13 juni 2010

Juni 2010: Cold spring harbour

In een van de eerste jaren van onze leesclub lazen we Revolutionary Road van Richard Yates. We waren daar allemaal erg enthousiast over. In de tussenliggende jaren hebben enkelen nog Paasparade gelezen, en nu is er dan Cold Spring Harbour. Het boek werd gekozen voor deze bijeenkomst, en we waren allemaal erg benieuwd.

De reacties waren positief. Iedereen had het boek met genoegen gelezen en had geen moeite gehad het uit te lezen. Sander vond het beklemmend, en beter dan RR. In Revolutionary Road had hij het gevoel dat de hoofdpersonen niet uit hun situatie probeerden te ontsnappen, en hier had hij dat juist wel. Het maakte het des te beklemmender dat het ze niet lukt om te ontsnappen.
Ada vond het boek kil, de gevoelsarmoede van de hoofdpersonen vond zij beklemmend. Mooi vond ze het als tijdbeeld waarin men individueel een weg probeert te vinden. En dat de schoonmoeders Grace en Glory heten vond Ada een mooi staaltje ironie.
Arno vond het begin heel hoopgevend, Evan zou iets van zijn leven gaan maken. En dan ineens kom je terecht in een stroom van desillusies.
Dindy vond heel knap dat je eigenlijk al snel door had welke kant het opging met die boek, maar dat het je dan toch bij de les hield en je steeds door bleef lezen. Vaak haak je af als je doorhebt waar het heengaat.
Marieke vond het weliswaar mooi en een goed tijdsbeeld, toch vroeg zij zich af wat dit boek toevoegde aan wat er al is. Boeken als The corrections, die ook een tijdsbeeld geven, hebben op haar meer indruk gemaakt, voegden meer toe aan het beeld van een tijdperk.
Dineke is dol op Amerika en vond dit boek heerlijk Amerikaans.

Wat we als de kern van het boek beschouwen is dat Evan zijn identiteit ontleent aan de toekomst: als hij plannen kan maken voor wat hij gaat doen dan is hij iemand. Heeft hij die plannen gerealiseerd dan valt zijn doel, en daarmee de grond onder zijn bestaan, weg. En gaat hij dus weer op zoek naar iets nieuws. Als je het uit hebt, blijf je ook achter met de gedachte: zou het goed komen? Of blijft hij altijd zoeken?

Het boek wekt niet naar een climax toe, het verhaal speelt zich af tegen een achtergrond van ellende, van de schijn ophouden en bang zijn voor wat de buren vinden. Het is mooi in dit boek dat die climax niet komt, je zakt zo langzaam weg in de ellende.

Opvallend is dat we het boek op gevoel later plaatsen dan het daadwerkelijk speelt. We hebben allemaal het gevoel van de jaren '50 erbij, maar het speelt voor de oorlog.

Arno en Sander tenslotte dachten bij het personage Gloria sterk aan Hyacinth uit Keeping up appearances. Met die bril op, krijg je een heel andere kijk op het verhaal!


vrijdag 23 april 2010

April 2010: Over het doppen van bonen

De eensluidende conclusie na de bespreking van Over het doppen van bonen was dat Wieslaw Mysliwski de tijd neemt om het verhaal te vertellen, en dat dat van de lezer vraagt om de tijd te nemen om het te lezen.

En dat was niet iedereen gelukt. Het is geen boek om tussendoor in de trein te lezen, je moet er echt even voor gaan zitten en de tijd nemen om je te laten meeslepen door het verhaal. Alleen Machteld en Dineke hadden het boek uit, de overigen waren ergens tussen pagina 100 en 170 blijven hangen.

Maar niet omdat het niet in de smaak viel, we waren het er over eens dat het een bijzonder boek is en dat het de moeite loont om er voor te gaan zitten om het uit te lezen.
Dineke raakte in de ban van de verteller, ze wilde steeds plakkertjes doen bij mooie zinnen om ze te herlezen, maar vreesde dan het hele boek vol te plakken. Mysliwski zegt heel basale dingen die je tot diep nadenken stemmen. Machteld sloot zich hier bij aan. Ook zij was zeer geboeid, ook omdat er allerlei vragen onbeantwoord blijven, je bent toehoorder bij een gesprek maar kunt zelf geen bijdrage leveren. Zo nu en dan moet je door een iets moeizamere passage heen, maar daarna boeit het weer als nooit tevoren.

Arno werd minder geraakt, hoewel de discussie hem er toch toe verleidde verder te willen lezen. Hij was gestopt met lezen, mede door de aanspreektoon die hem niet boeide.
Sander las in golven, soms schoot hij er doorheen, dan weer vertraagde het enorm.
Dindy vond het mooi dat er allemaal kleine geschiedenissen in het boek zitten. Dat leest heel prettig, hoewel het ook wel eens de indruk wekt dat het niet erg is als je een stukje mist.

Sander vroeg wat we vonden van de suggestie dat dit boek verwant is aan Gloed van Marai. Omdat Gloed binnen de leesclub uiteenlopende recensies krijgt, was dit een leuk discussiepunt. Waar Machteld vond dat de filosofische bespiegelingen in de Bonen voortdurend raak zijn en in Gloed mis, vond een aantal anderen Gloed duidelijk beter. Wel zagen we overeenkomsten in de setting: twee mannen in een kleine wereld. De buitenwereld komt in Bonen wel dichterbij.

Het is lastig te bedenken aan wie we dit aan zouden raden. Het is een boek dat veel van de lezer vergt, dus je moet er wel van overtuigd zijn dat iemand een die-hard lezer is. Iemand die veel buiten de Top-10 leest en al een flinke bagage aan leeservaring heeft.

zondag 14 maart 2010

Maart 2010: De Grens

Het boek De grens was in meerdere opzichten een grens. Niet alleen werden er in het boek zelf grenzen overschreden en bewaakt, ook binnen de leesclub zagen we een grens. Het boek balanceert precies op de grens tussen geweldig en smakeloos, en het ligt maar net aan de lezer welke kant het muntje op valt.

Noor, Dindy en Marianne vonden het maar niks. Marianne is een beetje klaar met van die zwaarmoedige pubers (ook na de Priemgetallen), en vond het plat. Dindy begon enthousiast aan dit boek, maar het viel al snel erg tegen. Zij stoorde zich aan de vele clichés en aan de schrijfstijl. En ook Noor kon het niet boeien. Clichés, foute stijl, raakte niet. Alledrie werden zij in het geheel niet geraakt door dit boek.

Dineke en Machteld waren gedeeltelijk geboeid. Ze vonden het bepaald geen meesterwerk, maar waren toch met name geboeid door het verhaal van de vrouw met dementerende man.

Sander, Rutger en Marieke waren door het boek getroffen. Het interessantste deel van de discussie van deze avond was dan ook om er achter te komen waar deze verschillen vandaan kwamen. Was het de stijl, de verhaallijnen, wat maakte dat er drie mensen wel geraakt werden en de rest niet? Sander vond dat de kracht van dit boek zit in het gebruik van clichés, daarmee toont Pulkkinen de grenzen aan. Daarnaast vond hij de opbouw sterk. Voor Rutger was het moment dat de moeder van Mari besluit de relatie van Mari met haar leraar niet aan de grote klok te hangen indrukwekkend. Marieke las het boek in een ruk uit en was onder de indruk van de beschrijvingen van de personages: je vindt ze eigenlijk niet aardig, maar wilt wel weten hoe het met ze gaat.

We besluiten dat het boek een kantelpunt heeft: als je daar overheen geraakt, vind je het stom. Blijf je vlak voor dat kantelpunt hangen, dan vind je het prachtig.

Resteert nog de reden dat we voor dit boek kozen: de vergelijking met De eenzaamheid van de priemgetallen. Behalve de zwaarmoedige pubers weten we echter niet veel raakvlakken te vinden. Een aantal van ons vindt de Grens beter, een aantal de Priemgetallen. En die twee groepen komen, geen verrassing, min of meer overeen met de voor- of afkeur voor De Grens.

Leestips:
- Wie houdt dan stand van Andrea Bajani (in mn aantekeningen staat een blauw boek met een open einde van Bajani, en Google biedt me dit...)

woensdag 13 januari 2010

Januari 2010: De Toren

Ondanks het feit dat niemand erin geslaagd was De Toren helemaal uit te krijgen, waren we het er over eens dat dit boek het in zich heeft om een klassieker te worden.
De sfeer van het boek sleept je mee, en grijpt je naarmate je in het boek vordert, steeds meer naar de keel.

Hoe ver waren we dan gekomen? Nou, Dindy en Machteld hadden het niet gekocht of (nog) niet kunnen lenen in de bibliotheek, Rutger kwam tot 606, Marieke tot 700, Dineke tot 633, Marianne tot 442 en Sander tot 221. Het was dan ook geen boek dat je gemakkelijk even doorleest. De meesten van ons hadden de tijd nodig om dit te gaan lezen, even 10 minuten in de trein ging niet.
Zeker de dagboekpassages van Meno vergen zorgvuldig lezen, en dat was niet altijd even gemakkelijk. Meerdere lezers hadden die passages maar een beetje gescand, in de hoop dan toch niet te veel te missen. Want bij de les blijven was heel belangrijk.

Als je even niet goed oplette, moest je sommige passages drie keer herlezen en dan nog had je soms het idee dat je iets gemist had. Zeker naar het einde toe, als er hele passages halverwege een zin beginnen. Of als er in vage bewoordingen wordt vooruitgewezen naar een gebeurtenis die nog moest komen.

Het boek is erg beschrijvend, er zit maar weinig plotontwikkeling in. Sander verzuchtte dat hij op het punt waar hij nu was, nog steeds op het plot zat te wachten. De kracht zit juist in de beschrijvingen, zoals bijvoorbeeld de taxatie van de viool en de bijbehorende strijkstok of de veranderingen in de houding van Christian naarmate hij langer in het leger zit.

Het boek nodigde ook erg uit tot bespiegelingen over de DDR: wat wisten we er nog van, wie waren er wel eens geweest, hoe zou het leven van Angela Merkel er toen uitgezien hebben en wat had zij goed gedaan om na die Wende zo op te kunnen klimmen?

Rutger meldde nog dat het boek goed verkocht had in de winkel. Het was een geschikt cadeau en bovendien werd het getipt in december en goed besproken in de kranten. De vraag is wel bij hoe veel mensen hij gelezen in de kast zal belanden. En toch is dat zonde, want het is een indrukwekkend boek dat zomaar tot een echte klassieker kan uitgroeien.