Wij zijn een leesclub van oud-medewerkers van Boekhandel Kooyker in Leiden, en bespreken sinds 2003 in wisselende samenstelling nieuwe en oudere boeken.

vrijdag 19 oktober 2007

Oktober 2007: Het derde huwelijk


Het boek
In Het derde huwelijk vertelt Lanoye over Maarten Seebregs. Hij laat zich verleiden om een schijnhuwelijk aan te gaan met de Afrikaanse Tamara. Als zij haar verblijfsvergunning heeft, zullen ze scheiden en kan zij trouwen met haar Vlaamse geliefde Vandessel. Die staat bij de Vlaamse IND als verdacht aangemerkt vanwege twee eerdere misgelopen huwelijken met buitenlandse vrouwen. Naast het relaas over deze ingewikkelde constructie (die steeds ingewikkelder blijkt te zijn) vertelt Lanoye over Maarten Seebregs leven, zijn overleden geliefde Gaëtan, zijn vader, zijn huis, zijn ontslag.

De discussie
Alle aanwezigen hadden wat moeite om ‘in’ het verhaal te raken. Maar als je dan eenmaal op gang bent, dan boeit het zeker. De leesclub was het er over eens dat dat punt ergens na pagina 147 lag. Rutger was dat punt nog niet gepasseerd, maar ging naar aanleiding van de discussie beslist verder lezen. Marianne heeft zitten schaterlachen boven het boek. Iedereen waardeerde de prachtige oneliners die door het hele boek verspreid staan, en ook het Vlaams was verfrissend.

‘“Trouwen is heel gemakkelijk,” zegt Vandessel, “het is een kwestie van willen of niet willen.”’

Seebregs heeft wel wat tijd nodig om uiteindelijk ja te zeggen tegen het voorstel van Vandessel. Pas als hij bedenkt dat de dunne Tamara van achteren gezien ook wel een man zou kunnen zijn, gaat hij overstag.

De scène in de tram lijkt de sleutelpassage in het boek te zijn. In deze scène worden Maarten en Tamara uitgedaagd door een stel vervelende jochies. Uiteindelijk ontstaat een heftige vechtpartij. We vragen ons af of deze scène als eerste geschreven is, of dat hij gaandeweg het boek ontstond. Het is zo’n sterke scène, waarin zo veel van het boek samenkomt, dat je zou kunnen denken dat het boek er aan opgehangen is. Maarten is de iets te zachte man die met zich laat sollen, en daardoor regelmatig in de problemen komt. Zoals nu dus.

Arno is de enige die meer van Lanoye heeft gelezen en gezien, en vindt dat dit boek goed binnen het overige werk past. Het treurige beeld dat van België geschetst wordt, sluit daarnaast wel aan bij andere Vlaamse auteurs.

Waarom heet dit boek nu Het derde huwelijk? Het zouden verschillende dingen kunnen zijn. Natuurlijk is dit het derde ‘buitenlandse’ huwelijk dat Vandessel wil sluiten. Maar als je kijkt naar Seebregs en zijn relaties dan is dit na zijn vader en Gaëtan zijn derde ‘huwelijk’. Marianne wijst ook nog op de drie ongewilde slokken water die Seebregs aan het einde binnenkrijgt.

Het was opmerkelijk dat we niet heel lang doorpraatten over dit boek. Het was zeker de moeite waard, maar er was niet heel veel over te vertellen.

zondag 2 september 2007

De volgende keer: Lanoye

Voor de volgende bijeenkomst lezen we Het derde huwelijk van Tom Lanoye.
Achtergrondinformatie en recensies vind je onder andere bij:
- De website van Tom Lanoye
- Vrij Nederland

Weet je nog meer linkjes? Plaats een reactie!

woensdag 29 augustus 2007

augustus 2007: Spel



Stephan Enter – Spel

Het boek:
In Spel lezen we in elf hoofdstukken over de jeugd van Norbert Vijgh. Met een wisselende vertelstem en stijl schetst Enter episoden uit Norberts leven, ieder hoofdstuk gevat rond een ander spel. We volgen zijn ontwikkeling, en ontdekken met hem mee. Over scrabble, vergane glorie, gebrandschilderde ramen, ontsnappen aan catechisatie, schaken, drijvende stokjes en hoe de verschillen met je buurtvriendjes naar voren komen als je naar een ander schooltype gaat.

De bespreking:
We waren met zijn achten en vonden het alle acht een pracht. Iedereen roemde het mooie taalgebruik, de kleine metaforen en de subtiele beschrijvingen.

Opmerkelijk was dat we allemaal het idee hadden dat de kindertijd van Norbert in dezelfde periode was als onze eigen kindertijd. Gezien onze uiteenlopende leeftijden kan dat helemaal niet. Dat is een krachtig wapen van Enter: het is voor iedereen herkenbaar en iedereen denkt terug aan zijn eigen schooljaren.

Dat het perspectief zo duidelijk bij de leeftijd van Norbert in het betreffende verhaal past, wordt bijvoorbeeld heel duidelijk op vakantie met grootmama. Als hij andere dames hoort roddelen over een ‘drankorgel’ met haar jonge gigolo, komt het niet in hem op dat dat over hen gaat. In de verhalen waarin hij ouder wordt, heeft hij vaak dat perspectief wel. Die ontwikkeling komt duidelijk naar voren.

We zijn het er over eens dat dit echt een roman is, geen verhalenbundel. Daarvoor is er te veel verwantschap. En omdat het laatste hoofdstuk de periode van de eerste tien hoofdstukken opnieuw samenvat, draagt dat bij aan het gevoel van eenheid.

Nog wat persoonlijke reacties:
Ada vond vooral ook mooi hoe ‘spel’ gebruikt wordt, zowel letterlijk als bij het weergeven van relaties. Noor denkt met veel plezier terug aan het scrabble met grootmama. Dindy had bij het verhaal over de drijvende stokjes in de stroom het geduld om alle natuurbeschrijvingen te lezen, omdat ze ze zo mooi vond. Alleen de nieuwe spelling vond ze irritant, insektevleugels i.p.v. insektenvleugels.
Marianne vond het verhaal rond de catechisatie mooi, vooral ook hoe “dominee” werd neergezet. En de jongens op de bouw waren écht eng. Tineke herinnert zich vooral het spel met de onderlinge verhoudingen, de relaties van Norbert met vriendjes en met grootmoeder. Marieke D. was het met de positieve geluiden erg eens, en zag de dood van grootmoeder als de afsluiting van de kindertijd van Norbert. Vanaf dat moment had hij een ander perspectief. Dineke tenslotte dacht terug aan haar eigen kattenkwaad op school. Marieke B kon zich toen alleen nog maar aansluiten bij al deze meningen.

De besproken recensies richtten zich vooral naar veel achterliggende motieven, waar de leesclub zich niet zo in herkende. Bijvoorbeeld de recensie van Arjen Fortuin in NRC, die begint met de zin: Waar vinden we houvast in het bestaan en waar durven we het zonder houvast te stellen? Dat is hèt thema van Stephan Enters tweede roman.