Het
is altijd een risico om te spelen met vorm en inhoud in een boek. Het
kan heel geslaagd uitpakken (Het boek van Gould, De verzamelde werken van T.S. Spivet), maar het kan ook
enorm mislukken. De vraag of het Schalanski gelukt is, blijft een
beetje in de lucht hangen.
Niemand
heeft de functie van de tekeningen in het boek echt begrepen, behalve
misschien om af en toe je kinderen bij het boek te betrekken. De in
alles doorgevoerde evolutietheorie is aardig, maar niet meesterlijk
uitgevoerd, eerder een truc. Er staan lange uitweidingen in het boek,
waar we vrijwel allemaal diagonaal doorheen gebladerd hebben.
Inhoudelijk
zitten er echter ook wel dingen in het boek die ons bij zullen
blijven. De manier waarop Lohmark nog vastzit in het Oost-Duitse
verleden- en hoe dat in zijn algemeenheid doorwerkt op de school. En
dat Lohmark zo'n onaangenaam personage is, maar dat je toch wilt
weten hoe het verder gaat. Ook indrukwekkend is de scène waarin haar
dochter een beroep op haar doet als moeder, maar Lohmark zelf keihard
in haar rol als lerares blijft. Geen genade.
Ook
wat grotere vragen blijven wel overeind, als hoe houd je je staande
in een veranderende wereld met zo'n overdaad aan keuzes?
De
vergelijking met Bint ligt voor de hand- met een duidelijke
overwinning voor deze laatste, hoewel de passages waarin er
interactie is tussen juf en leerlingen wel mooi zijn.
En
wekt de flaptekst een suggestie die het boek niet heeft of lazen wij
daar allemaal overheen? Gevoelens voor die ene leerlinge? Zou wel
haar fysieke klachten verklaren, of is dat dan toch de overgang?
Was
dit boek ook zo populair geworden zonder Van Dis? We denken van niet.
Het was geen lange discussie, deze avond. Het was een aardig boek, meer niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten