Wij zijn een leesclub van oud-medewerkers van Boekhandel Kooyker in Leiden, en bespreken sinds 2003 in wisselende samenstelling nieuwe en oudere boeken.

vrijdag 23 april 2010

April 2010: Over het doppen van bonen

De eensluidende conclusie na de bespreking van Over het doppen van bonen was dat Wieslaw Mysliwski de tijd neemt om het verhaal te vertellen, en dat dat van de lezer vraagt om de tijd te nemen om het te lezen.

En dat was niet iedereen gelukt. Het is geen boek om tussendoor in de trein te lezen, je moet er echt even voor gaan zitten en de tijd nemen om je te laten meeslepen door het verhaal. Alleen Machteld en Dineke hadden het boek uit, de overigen waren ergens tussen pagina 100 en 170 blijven hangen.

Maar niet omdat het niet in de smaak viel, we waren het er over eens dat het een bijzonder boek is en dat het de moeite loont om er voor te gaan zitten om het uit te lezen.
Dineke raakte in de ban van de verteller, ze wilde steeds plakkertjes doen bij mooie zinnen om ze te herlezen, maar vreesde dan het hele boek vol te plakken. Mysliwski zegt heel basale dingen die je tot diep nadenken stemmen. Machteld sloot zich hier bij aan. Ook zij was zeer geboeid, ook omdat er allerlei vragen onbeantwoord blijven, je bent toehoorder bij een gesprek maar kunt zelf geen bijdrage leveren. Zo nu en dan moet je door een iets moeizamere passage heen, maar daarna boeit het weer als nooit tevoren.

Arno werd minder geraakt, hoewel de discussie hem er toch toe verleidde verder te willen lezen. Hij was gestopt met lezen, mede door de aanspreektoon die hem niet boeide.
Sander las in golven, soms schoot hij er doorheen, dan weer vertraagde het enorm.
Dindy vond het mooi dat er allemaal kleine geschiedenissen in het boek zitten. Dat leest heel prettig, hoewel het ook wel eens de indruk wekt dat het niet erg is als je een stukje mist.

Sander vroeg wat we vonden van de suggestie dat dit boek verwant is aan Gloed van Marai. Omdat Gloed binnen de leesclub uiteenlopende recensies krijgt, was dit een leuk discussiepunt. Waar Machteld vond dat de filosofische bespiegelingen in de Bonen voortdurend raak zijn en in Gloed mis, vond een aantal anderen Gloed duidelijk beter. Wel zagen we overeenkomsten in de setting: twee mannen in een kleine wereld. De buitenwereld komt in Bonen wel dichterbij.

Het is lastig te bedenken aan wie we dit aan zouden raden. Het is een boek dat veel van de lezer vergt, dus je moet er wel van overtuigd zijn dat iemand een die-hard lezer is. Iemand die veel buiten de Top-10 leest en al een flinke bagage aan leeservaring heeft.

4 opmerkingen:

Marieke D. zei

TWEE mannen in een kleine wereld?! Zou de aangesprokene in Over het doppen... misschien ook de lezer kunnen zijn? Of de verteller zelf? Zouden alle "tegenspelers" van de verteller ook alterego's van hemzelf kunnen zijn?

Sander zei

Interessante gedachte!! Verklaart ook zeker waarom "de bezoeker" niet geidentificeerd wordt. Wat doet jou dit vermoeden?

Marieke zei

Dat is zeker een interessante observatie! Geeft weer een nieuw perspectief, grappig dat we daar tijdens de bespreking helemaal niet op zijn gekomen.

Marieke D. zei

De alterego's: Dindy en ik hadden allebei dat idee, o.a. door de gelijkenis tussen Meneer Robert en de verteller.

Misschien gaat het boek juist wel om de vraag of een verhaal de moeite waard is om verteld te worden zonder luisteraar (en in het verlengde daarvan: wanneer is een leven de moeite waard?)
Maar ook voor mij blijft het een boek dat vragen opwerpt en niet beantwoordt. Dat vind ik juist ook het boeiende , ben het met Machteld eens: het boek stelt de juiste filosofische vragen. Maar ook ik zou dit boek niet snel aan iemand aanraden.