Omdat de leesclub in december niet door was gegaan, hadden we de bespreking van Post Mortem van Peter Terrin doorgeschoven naar deze keer, en er Alle dingen zijn schitterend van Alex Boogers aan toegevoegd. Er was wel wat verwantschap aan te wijzen in deze boeken. Allebei nadrukkelijk geconstrueerd (wie van beide schrijvers zou een uitgewerkt schema aan zijn muur hebben gehangen?) en met in beide verhalen een hoop ellende voor ouders met (kleine) kinderen.

Waarom is Terrin dan minder? Die heeft nog wel een prijs gewonnen. We zijn het er over eens dat het boek zonder de prijs nauwelijks zou zijn opgevallen. Het is mooi geschreven, mooie taal, maar het kost moeite in het verhaal te komen en door te lezen. Het is erg geconstrueerd, het leest als een schema dat langzaam wordt ingevuld, terwijl dat bij Boogers toch iets organischer gebeurt. Hoewel het zich daar misschien wel weer iets te langzaam ontvouwt.
Voor wat betreft de AKO-prijs had onze voorkeur toch bij Stephan Enter gelegen.
De omslagen vinden we allebei mooi, maar daarin wint Terrin absoluut. Hij is een zichtplaats in de kast waard.